10K+ studenten - 4.8/5
Spaans a1 syllabus met audio, schrijfoefeningen, grammaticamateriaal en vocabulairemateriaal voor gebruik tijdens onze conversatielessen.
Lesmateriaal | Audio | Acties |
---|---|---|
A1.1.2:
Los saludos de Juan
De groeten van Juan
Hoofdstuk:
Saludos y despedidas
(Groeten en afscheid)
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen) |
|
|
A1.2.4: Pedro se presenta en clase Pedro stelt zich voor in de klas |
|
|
A1.3.4: Los orígines de Stefan Stefans oorsprong |
|
|
A1.4.4: Practicando matemáticas Wiskunde oefenen |
|
|
A1.5.3: La familia de Juan De familie van Juan |
|
|
A1.6.3: El cumpleaños de Ana Ana's verjaardag |
|
|
A1.7.3:
Sueños de estudiante
Studentendromen
Hoofdstuk:
Profesiones y estudios
(Beroepen en studies)
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen) |
|
|
A1.8.3: Una amistad de verdad Een echte vriendschap |
|
|
A1.9.3:
Una semana en la vida de Eva
Een week in het leven van Eva
Hoofdstuk:
Días de la semana y partes del día.
(Dagen van de week en dagdelen)
Module 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen) |
|
|
A1.10.3:
¡El Tiempo Loco de Nuestro Pueblo!
Het Gekke Weer van Ons Dorp!
Hoofdstuk:
El clima y el tiempo
(Het weer)
Module 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen) |
|
|
A1.11.3:
Viajamos con Ana en cada estación del año
Wij reizen met Ana in elk seizoen van het jaar
Hoofdstuk:
Estaciones, meses y partes del año.
(Seizoenen, maanden en delen van het jaar)
Module 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen) |
|
|
A1.12.3:
Celebraciones y aniversarios
Vieringen en Jubilea
Hoofdstuk:
Números ordinales
(Rangtelwoorden)
Module 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen) |
|
|
A1.13.3:
Cada minuto cuenta
Elke minuut telt
Hoofdstuk:
Decir la hora y leer el reloj.
(Hoe laat is het? De klok lezen.)
Module 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen) |
|
|
A1.14.3:
Un año de celebraciones con Pedro
Een jaar vol vieringen met Pedro
Hoofdstuk:
Fechas del calendario y días festivos.
(Kalenderdata en feestdagen)
Module 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen) |
|
|
A1.15.3: Un día de comida saludable Een dag van gezond eten |
|
|
A1.16.3: Ana se prepara para una entrevista de trabajo Ana bereidt zich voor op een sollicitatiegesprek. |
|
|
A1.17.3: Receta para una tarta de queso casera Recept voor een zelfgemaakte cheesecake |
|
|
A1.18.3: Pedro y sus preguntas Pedro en zijn vragen |
|
|
A1.19.3: Pagar en la tienda Betalen in de winkel |
|
|
A1.20.3: Marta en el supermercado Marta in de supermarkt |
|
|
A1.21.3: La ropa del día De kleding van de dag |
|
|
A1.22.3: El parecido de Juan y su familia De gelijkenis van Juan en zijn familie |
|
|
A1.23.3:
Una fiesta divertida
Een leuk feest
Hoofdstuk:
Apariencia física
(Fysiek en uiterlijk)
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven) |
|
|
A1.24.3:
Ana, Javier y los colores
Ana, Javier en de kleuren
Hoofdstuk:
Colores
(Kleuren)
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven) |
|
|
A1.25.3:
Un día de emociones
Een dag vol emoties
Hoofdstuk:
Emociones y sentimientos
(Emoties en gevoelens)
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven) |
|
|
A1.26.3:
Los sentidos en la oscuridad
De zintuigen in het donker
Hoofdstuk:
Sentidos y percepción
(Zintuigen en waarnemen)
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven) |
|
|
A1.27.3:
María visita un pueblo español
Maria bezoekt een Spaans dorp
Hoofdstuk:
Todo tipo de formas
(Vormen en vormen)
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven) |
|
|
A1.28.3:
¿Cómo es Pedro?
Hoe is Pedro?
Hoofdstuk:
Carácter y personalidad
(Karakter en persoonlijkheid)
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven) |
|
|
A1.29.3:
Ser consciente del cuerpo
Bewust zijn van het lichaam
Hoofdstuk:
Estado físico y sensaciones.
(Fysieke toestanden en sensaties)
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven) |
|
|
A1.30.3:
María tiene la gripe
María heeft griep
Hoofdstuk:
Salud y Bienestar
(Gezondheid)
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven) |
|
|
A1.31.3: Una casa grande Een groot huis |
|
|
A1.32.3: Un día en la casa de Eva Een dag in Eva's huis |
|
|
A1.33.2: Un Desayuno Especial Een Speciaal Ontbijt |
|
|
A1.34.3: Nos vamos de compras Wij gaan winkelen |
|
|
A1.35.3: Vacaciones en Galicia Vakantie in Galicië |
|
|
A1.36.3: Cuidando el jardín De tuin verzorgen |
|
|
A1.37.3: El paseo de los animales De wandeling van de dieren |
|
|
A1.38.3:
Un día en la ciudad
Een dag in de stad
Hoofdstuk:
Servicios cotidianos
(Dagelijkse diensten)
Module 6 (A1): La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp) |
|
|
A1.39.3:
Reservar una mesa y pedir en un restaurante
Een tafel reserveren en bestellen in een restaurant
Hoofdstuk:
Pedir comida y salir a cenar
(Eten bestellen en uit eten gaan)
Module 6 (A1): La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp) |
|
|
A1.40.3:
Juan y el deporte
Juan en sport
Hoofdstuk:
Deportes y ejercicio
(Sport en beweging)
Module 6 (A1): La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp) |
|
|
A1.41.3:
Un fin de semana perfecto con amigos
Een perfect weekend met vrienden
Hoofdstuk:
Describir pasatiempos
(Hobby's beschrijven)
Module 6 (A1): La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp) |
|
|
A1.42.3: El viaje de Sofía. De reis van Sofía. |
|
|
A1.43.3:
Marta descubre Madrid
Marta ontdekt Madrid
Hoofdstuk:
Pedir y dar direcciones.
(Routebeschrijving vragen en geven)
Module 6 (A1): La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp) |
|
|
A1.44.3:
¡Vamos a ver una exposición!
Laten we naar een tentoonstelling gaan kijken!
Hoofdstuk:
Música y arte
(Muziek en kunst)
Module 6 (A1): La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp) |
|