Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (11) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Classificeer deze woorden in twee groepen, afhankelijk van of ze verwijzen naar artistieke activiteiten of naar plaatsen waar evenementen plaatsvinden.
Actividades artísticas
Lugares para eventos
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Cantar
Zingen
2
La actriz
De actrice
3
El actor
De acteur
4
Bailar
Dansen
5
El cine
De bioscoop
Ejercicio 5: Ejercicio de conversación
Instrucción:
- Describe tu actividad nocturna. (Beschrijf je avondactiviteit.)
- Pregúntense qué actividad cultural prefieren. (Vraag elkaar welke culturele activiteit ze verkiezen.)
- Invita a alguien a unirse a tu evento. (Nodig iemand uit voor je evenement.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Voy a un concierto el próximo viernes. Ik ga volgende vrijdag naar een concert. |
Me encanta ir al cine. Ik ga graag naar de bioscoop. |
¿Quieres venir conmigo al concierto? Wil je met me mee naar het concert? |
Quiero salir a bailar esta noche. Ik wil vanavond gaan dansen. |
¿Te apetece hacer karaoke esta noche? Heb je zin in karaoke vanavond? |
¿Quieres ver el espectáculo en la ciudad conmigo? Wil je met me naar de show in de stad? |
... |
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Yo ______ salir al cine con mis amigos el viernes por la noche.
(Ik ______ om op vrijdagavond met mijn vrienden naar de bioscoop te gaan.)2. ¿Te ______ la música en vivo o prefieres un concierto de artistas nuevos?
(Hou je ______ van live muziek of verkies je een concert van nieuwe artiesten?)3. Nosotros hemos ______ bailar en lugar de cantar esta vez.
(Wij hebben ______ om deze keer te dansen in plaats van te zingen.)4. Ellos siempre ______ después del espectáculo en el teatro.
(Ze ______ altijd na de voorstelling in het theater.)Oefening 8: Vrijdagavond
Instructie:
Werkwoordschema's
Preferir - Preferir
Pretérito perfecto
- yo he preferido
- tú has preferido
- él/ella/usted ha preferido
- nosotros hemos preferido
- vosotros habéis preferido
- ellos/ellas/ustedes han preferido
Bailar - Bailar
Pretérito perfecto
- yo he bailado
- tú has bailado
- él/ella/usted ha bailado
- nosotros hemos bailado
- vosotros habéis bailado
- ellos/ellas/ustedes han bailado
Bailar - Bailar
Presente
- yo bailo
- tú bailas
- él/ella/usted baila
- nosotros bailamos
- vosotros bailáis
- ellos/ellas/ustedes bailan
Preferir - Preferir
Presente
- yo prefiero
- tú prefieres
- él/ella/usted prefiere
- nosotros preferimos
- vosotros preferís
- ellos/ellas/ustedes prefieren
Oefening 9: Describir preferencias: "Preferir, Encantar, Gustar"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Voorkeuren beschrijven: "Preferir, Encantar, Gustar"
Toon vertaling Toon antwoordentampoco, amáis, odian, también, Prefiero, no, preferimos
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.44.3 Gramática
Describir preferencias: "Preferir, Encantar, Gustar"
Voorkeuren beschrijven: "Preferir, Encantar, Gustar"
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Preferir verkiezen Delen Gekopieerd!
Pretérito perfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) he preferido | ik heb verkiezen |
(tú) has preferido | jij hebt verkozen |
(él/ella) ha preferido | hij/zij heeft verkozen |
(nosotros/nosotras) hemos preferido | wij hebben verkozen |
(vosotros/vosotras) habéis preferido | jullie hebben verkozen |
(ellos/ellas) han preferido | zij hebben verkiesd |
Bailar dansen Delen Gekopieerd!
Presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) bailo | ik dans |
(tú) bailas | jij danst |
(él/ella) baila | hij/zij danst |
(nosotros/nosotras) bailamos | wij dansen |
(vosotros/vosotras) bailáis | jullie dansen |
(ellos/ellas) bailan | zij dansen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.