Spaans A1.5.2 De familie van iemand voorstellen

We leren over de familie van Juan.

Cuento corto: Presentar a la familia de alguien

Aprendemos sobre la familia de Juan.

Spaans A1.5.2 De familie van iemand voorstellen

A1 Spaans

Niveau: A1

Module 1: Presentarse (Jezelf voorstellen)

Les 5: Familia (Familie)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Tekst en vertaling

1. La familia de Juan está muy unida. De familie van Juan is erg hecht.
2. Él es el último hijo de cuatro hermanos. Hij is de jongste zoon van vier broers.
3. Tiene tres hermanos mayores. Hij heeft drie oudere broers.
4. Su madre se llama María. Zijn moeder heet Maria.
5. Su padre se llama Pedro. Zijn vader heet Pedro.
6. Juan tiene muchos primos y primas. Juan heeft veel neven en nichten.
7. Sus tíos y tías viven cerca de su abuela. Zijn ooms en tantes wonen dicht bij zijn oma.
8. Los domingos tienen reuniones familiares. Op zondagen hebben ze familiebijeenkomsten.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Cómo se llama la madre de Juan?
  2. Hoe heet de moeder van Juan?
  3. ¿Cuántos hermanos tiene Juan?
  4. Hoeveel broers en zussen heeft Juan?
  5. Verdadero o Falso: La familia se reúne los sábados.
  6. Waar of niet waar: De familie komt op zaterdagen samen.
  7. ¿Y tú, tienes una familia grande?
  8. En jij, heb je een grote familie?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

familiares, familia, primos, tíos, padre, hermanos

1.
La ... de Juan está muy unida.
(Juans familie is heel hecht.)
2.
Sus ... y tías viven cerca de su abuela.
(Zijn ooms en tantes wonen dicht bij zijn oma.)
3.
Los domingos tienen reuniones ....
(Op zondag hebben ze familiebijeenkomsten.)
4.
Juan tiene muchos ... y primas.
(Juan heeft veel neven en nichten.)
5.
Tiene tres ... mayores.
(Hij heeft drie oudere broers.)
6.
Su ... se llama Pedro.
(Zijn vader heet Pedro.)