Spaans A1.4.2 Wiskunde oefenen

Laten we de nummers oefenen met enkele basisberekeningen.

Cuento corto: Practicando matemáticas

Practiquemos los números con algunos cálculos básicos.

Spaans A1.4.2 Wiskunde oefenen

A1 Spaans

Niveau: A1

Module 1: Presentarse (Jezelf voorstellen)

Les 4: Números y contar (Cijfers en tellen)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Tekst en vertaling

1. Cinco más cuatro es nueve. Vijf plus vier is negen.
2. Ocho más cuatro es doce. Acht plus vier is twaalf.
3. Doce por dos es veinticuatro. Twaalf keer twee is vierentwintig.
4. Veinte menos dieciocho es dos. Twintig min achttien is twee.
5. Dieciocho dividido por seis es tres. Achttien gedeeld door zes is drie.
6. Treinta más once es cuarenta y uno. Dertig plus elf is eenenveertig.
7. Cien menos quince es ochenta y cinco. Honderd min vijftien is vijfentachtig.
8. Sesenta más tres es sesenta y tres. Zestig plus drie is drieënzestig.
9. Una docena es doce. Een dozijn is twaalf.
10. Media docena es seis. Een halve dozijn is zes.
11. Un par son dos. Een paar is twee.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué es una docena?
  2. Wat is een dozijn?
  3. ¿Qué es una media docena?
  4. Wat is een half dozijn?
  5. ¿Qué es un par?
  6. Wat is een paar?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

cuarenta y uno, ochenta y cinco, nueve, doce, seis, dos

1.
Una docena es ....
(Een dozijn is twaalf.)
2.
Cinco más cuatro es ....
(Vijf plus vier is negen.)
3.
Cien menos quince es ....
(Honderd min vijftien is vijfentachtig.)
4.
Media docena es ....
(Een half dozijn is zes.)
5.
Un par son ....
(Een paar zijn twee.)
6.
Treinta más once es ....
(Dertig plus elf is eenenveertig.)