Spaans A1.33.1 Ontbijt voor Valentijnsdag

Dit verhaal beschrijft een ontbijt dat voor Valentijnsdag is bereid, met gebruik van kookvocabulaire.

Cuento corto: Desayuno para San Valentín

Esta historia describe un desayuno preparado para San Valentín, utilizando vocabulario de cocina.

Spaans A1.33.1 Ontbijt voor Valentijnsdag

A1 Spaans

Niveau: A1

Module 5: En casa (Thuis)

Les 33: Vajilla (Servies)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Tekst en vertaling

1. Juan organiza un desayuno para el Día de San Valentín. Juan organiseert een ontbijt voor Valentijnsdag.
2. En la mesa pone un mantel y unas servilletas. Op de tafel legt hij een tafelkleed en een paar servetten.
3. Lleva dos tazas, platos y cucharas para el café. Hij neemt twee kopjes, borden en lepels voor de koffie mee.
4. En la sartén, cocina huevos y prepara tostadas. In de koekenpan bakt hij eieren en bereidt hij toast.
5. También corta frutas en un bol y pone flores en una jarra. Hij snijdt ook fruit in een kom en zet bloemen in een vaas.
6. Prepara todo con mucho amor y cariño. Bereid alles met veel liefde en zorg voor.
7. Cuando su pareja llega está muy feliz. Wanneer zijn partner arriveert, is hij erg gelukkig.
8. Comen el desayuno y celebran el día. Ze eten het ontbijt en vieren de dag.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué prepara Juan para el desayuno?
  2. Wat bereidt Juan voor het ontbijt?
  3. ¿Qué pone en la mesa?
  4. Wat legt hij op tafel?
  5. ¿Cómo se celebra el Día de San Valentín en tu país?
  6. Hoe wordt Valentijnsdag gevierd in jouw land?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

un bol, tazas, un mantel, la sartén

1.
En la mesa pone ... y unas servilletas.
(Op de tafel legt hij een tafelkleed en wat servetten.)
2.
Lleva dos ..., platos y cucharas para el café.
(Hij neemt twee kopjes, borden en lepels voor de koffie.)
3.
En ..., cocina huevos y prepara tostadas.
(In de pan bakt hij eieren en maakt hij toast.)
4.
También corta frutas en ... y pone flores en una jarra.
(Hij snijdt ook fruit in een kom en zet bloemen in een vaas.)