A1.31: Ons huis

Nuestra casa

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

Woordenschat (18)

 El dormitorio: de slaapkamer (Spaans)

El dormitorio

Show

De slaapkamer Show

 El baño: De badkamer (Spaans)

El baño

Show

De badkamer Show

 La cocina: De keuken (Spaans)

La cocina

Show

De keuken Show

 El salón: De woonkamer (Spaans)

El salón

Show

De woonkamer Show

 El jardín: de tuin (Spaans)

El jardín

Show

De tuin Show

 El garaje: de garage (Spaans)

El garaje

Show

De garage Show

 El balcón: het balkon (Spaans)

El balcón

Show

Het balkon Show

 La escalera: De trap (Spaans)

La escalera

Show

De trap Show

 El pasillo: de gang (Spaans)

El pasillo

Show

De gang Show

 El suelo: de vloer (Spaans)

El suelo

Show

De vloer Show

 La pared: De muur (Spaans)

La pared

Show

De muur Show

 Limpiar (schoonmaken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Limpiar

Show

Schoonmaken Show

 El comedor: de eetkamer (Spaans)

El comedor

Show

De eetkamer Show

 La habitación: De kamer (Spaans)

La habitación

Show

De kamer Show

 Sucio: vuil (Spaans)

Sucio

Show

Vuil Show

 Limpio: schoon (Spaans)

Limpio

Show

Schoon Show

 Haber (hebben) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Haber

Show

Hebben Show

 Convivir (samenwonen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Convivir

Show

Samenwonen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
el sol? | para tomar | balcón en | el salón | ¿Hay un
¿Hay un balcón en el salón para tomar el sol?
(Is er een balkon in de woonkamer om van de zon te genieten?)
2.
y dos | dormitorios. | una cocina | En la | casa hay
En la casa hay una cocina y dos dormitorios.
(In het huis is er een keuken en twee slaapkamers.)
3.
hay un | No hay | jardín grande. | garajes, pero
No hay garajes, pero hay un jardín grande.
(Er zijn geen garages, maar er is een grote tuin.)
4.
casa? | en | esta | hay | baños | ¿Cuántos
¿Cuántos baños hay en esta casa?
(Hoeveel badkamers zijn er in dit huis?)
5.
segundo piso. | suben al | escaleras que | Hay unas
Hay unas escaleras que suben al segundo piso.
(Er zijn een paar trappen die naar de tweede verdieping gaan.)
6.
luminosa. | pasillo hay | En el | limpia y | una habitación
En el pasillo hay una habitación limpia y luminosa.
(In de gang is er een schone en lichte kamer.)

Oefening 2: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Hay un balcón en el salón para descansar. (Er is een balkon in de woonkamer om uit te rusten.)
La cocina está muy limpia y ordenada. (De keuken is heel schoon en netjes.)
En el pasillo hay unas escaleras grandes. (In de gang zijn grote trappen.)
No hay garaje en esta casa nueva. (Er is geen garage in dit nieuwe huis.)

Oefening 3: Clusteren van woorden

Instructie: Classificeer de woorden op basis van of ze verwijzen naar kamers binnen het huis of naar buitenruimtes van het huis.

Habitaciones interiores

Partes exteriores

Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

La pared


De muur

2

El dormitorio


De slaapkamer

3

Limpio


Schoon

4

Sucio


Vuil

5

La habitación


De kamer

Ejercicio 5: Ejercicio de conversación

Instrucción:

  1. Nombra las habitaciones de tu casa o apartamento. (Noem de kamers van je huis of appartement.)
  2. Describe diferentes tipos de viviendas. (Beschrijf verschillende woningtypes.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Esta casa tiene seis habitaciones.

Dit huis heeft zes kamers.

El salón está en la planta baja, al lado del recibidor.

De woonkamer bevindt zich op de begane grond, naast de hal.

Hay un balcón en el primer piso.

Er is een balkon op de eerste verdieping.

Mi apartamento tiene una cocina, un dormitorio y un baño.

Mijn appartement heeft een keuken, een slaapkamer en een badkamer.

El dormitorio tiene un balcón.

De slaapkamer heeft een balkon.

Estoy buscando un piso de un dormitorio.

Ik ben op zoek naar een eenkamerappartement.

El alquiler del estudio incluye todos los gastos mensuales.

De huur voor de studio omvat alle maandelijkse kosten.

...

Oefening 6: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 7: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Yo ___ la cocina todos los días para que esté siempre ordenada.

(Ik ___ elke dag de keuken schoon zodat die altijd netjes is.)

2. En el salón ___ un balcón con muchas plantas.

(In de woonkamer ___ een balkon met veel planten.)

3. Nosotros ___ el suelo del comedor todos los fines de semana.

(Wij ___ de vloer van de eetkamer elk weekend schoon.)

4. ¿___ un garaje en vuestra casa? Sí, hay uno grande y limpio.

(___ er een garage in jullie huis? Ja, er is een grote en schone.)

Oefening 8: Ons huis en de wekelijkse schoonmaak

Instructie:

Cada fin de semana, (Limpiar - Presente) la casa con mucho cuidado. En el salón, siempre (Haber - Presente) una alfombra pequeña y (Quitar - Presente) el polvo de las mesas. Mi pareja y yo (Limpiar - Presente) la cocina juntos. Ella (Limpiar - Presente) el suelo y yo (Limpiar - Presente) las ventanas. En el dormitorio, (Haber - Presente) varios libros y un balcón grande con plantas. Después, nosotros (Limpiar - Presente) el baño porque siempre (Estar - Presente) un poco sucio. Así, nuestra casa (Ser - Presente) más agradable y cómoda para vivir.


Elke weekend maak ik schoon (Schoonmaken - Tegenwoordige tijd) het huis met veel zorg. In de woonkamer is er (Zijn - Tegenwoordige tijd) altijd een klein vloerkleed en haal ik weg (Weghalen - Tegenwoordige tijd) het stof van de tafels. Mijn partner en ik maken samen schoon (Schoonmaken - Tegenwoordige tijd) de keuken. Zij maakt schoon (Schoonmaken - Tegenwoordige tijd) de vloer en ik maak schoon (Schoonmaken - Tegenwoordige tijd) de ramen. In de slaapkamer zijn er (Zijn - Tegenwoordige tijd) meerdere boeken en een groot balkon met planten. Daarna maken wij schoon (Schoonmaken - Tegenwoordige tijd) de badkamer omdat die altijd een beetje vies is (Zijn - Tegenwoordige tijd). Zo is ons huis aangenamer en comfortabeler om in te wonen.

Werkwoordschema's

Limpiar - Schoonmaken

Presente

  • yo limpio
  • tú limpias
  • él/ella/usted limpia
  • nosotros/nosotras limpiamos
  • vosotros/vosotras limpiáis
  • ellos/ellas/ustedes limpian

Haber - Zijn

Presente

  • (impersonal) hay

Quitar - Weghalen

Presente

  • yo quito
  • tú quitas
  • él/ella/usted quita
  • nosotros/nosotras quitamos
  • vosotros/vosotras quitáis
  • ellos/ellas/ustedes quitan

Estar - Zijn

Presente

  • yo estoy
  • tú estás
  • él/ella/usted está
  • nosotros/nosotras estamos
  • vosotros/vosotras estáis
  • ellos/ellas/ustedes están

Ser - Zijn

Presente

  • yo soy
  • tú eres
  • él/ella/usted es
  • nosotros/nosotras somos
  • vosotros/vosotras sois
  • ellos/ellas/ustedes son

Oefening 9: Haber (Hay) + artículo indeterminado

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Haber (Hay) + onbepaald lidwoord

Toon vertaling Toon antwoorden

Hay unas, Hay un, Hay unos, hay, Hay una

1.
... escaleras que suben al ático.
(Er zijn trappen die naar de zolder gaan.)
2.
... baño en la casa.
(Er is een badkamer in het huis.)
3.
... pared sucia en la cocina.
(Er is een vieze muur in de keuken.)
4.
... dormitorios limpios aquí.
(Er zijn hier schone slaapkamers.)
5.
No ... pasillos en esta casa.
(Er zijn geen gangen in dit huis.)
6.
No ... escaleras en el garaje.
(Er zijn geen trappen in de garage.)
7.
No ... balcones en el dormitorio.
(Er zijn geen balkons in de slaapkamer.)
8.
Todavía no ... cocina.
(Er is nog geen keuken.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Limpiar schoonmaken

Presente

Spaans Nederlands
(yo) limpio ik schoonmaak
(tú) limpias jij schoonmaakt
(él/ella) limpia hij/zij maakt schoon
(nosotros/nosotras) limpiamos wij maken schoon
(vosotros/vosotras) limpiáis jullie maken schoon
(ellos/ellas) limpian zij maken schoon

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏