A1.8: Adres en contactgegevens

Dirección y datos de contacto

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

A1.8.1 Lectura

Datos de contacto de Giulia

Contactgegevens van Giulia


Woordenschat (15)

 La calle: De straat (Spaans)

La calle

Show

De straat Show

 El correo electrónico: de e-mail (Spaans)

El correo electrónico

Show

De e-mail Show

 El móvil: de mobiele telefoon (Spaans)

El móvil

Show

De mobiele telefoon Show

 El número: het nummer (Spaans)

El número

Show

Het nummer Show

 El código postal: de postcode (Spaans)

El código postal

Show

De postcode Show

 El lugar de nacimiento: de geboorteplaats (Spaans)

El lugar de nacimiento

Show

De geboorteplaats Show

 La fecha de nacimiento: de geboortedatum (Spaans)

La fecha de nacimiento

Show

De geboortedatum Show

 La avenida: De laan (Spaans)

La avenida

Show

De laan Show

 El número de teléfono: het telefoonnummer (Spaans)

El número de teléfono

Show

Het telefoonnummer Show

 El prefijo: Het voorvoegsel (Spaans)

El prefijo

Show

Het voorvoegsel Show

 El contacto: Het contact (Spaans)

El contacto

Show

Het contact Show

 Contactar (contact opnemen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Contactar

Show

Contact opnemen Show

 La arroba: De apenstaart (Spaans)

La arroba

Show

De apenstaart Show

 La dirección electrónica : het e-mailadres (Spaans)

La dirección electrónica

Show

Het e-mailadres Show

 Hablar por teléfono: telefoneren (Spaans)

Hablar por teléfono

Show

Telefoneren Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
de emergencia? | para contactar | ¿Cuál es | de teléfono | en caso | tu número
¿Cuál es tu número de teléfono para contactar en caso de emergencia?
(Wat is je telefoonnummer voor noodgevallen?)
2.
podamos enviar | la información. | Escribe tu | para que | correo electrónico
Escribe tu correo electrónico para que podamos enviar la información.
(Schrijf je e-mailadres zodat we de informatie kunnen sturen.)
3.
conmigo por | dudas, contacta | la dirección | te doy. | electrónica que | Si tienes
Si tienes dudas, contacta conmigo por la dirección electrónica que te doy.
(Als je vragen hebt, neem dan contact met me op via het e-mailadres dat ik je geef.)
4.
Mayor, número | es calle | postal 28013. | 15, código | Mi dirección
Mi dirección es calle Mayor, número 15, código postal 28013.
(Mijn adres is Calle Mayor, nummer 15, postcode 28013.)
5.
y fecha | para el | ¿Puedes darme | formulario? | de nacimiento | tu lugar
¿Puedes darme tu lugar y fecha de nacimiento para el formulario?
(Kun je me je geboorteplaats en -datum geven voor het formulier?)
6.
mañana. | teléfono o | para confirmar | Contactamos por | por móvil | la cita
Contactamos por teléfono o por móvil para confirmar la cita mañana.
(We nemen telefonisch of mobiel contact op om de afspraak voor morgen te bevestigen.)

Oefening 2: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

¿Me das tu número de teléfono, por favor? (Mag je me alsjeblieft je telefoonnummer geven?)
Si escribes la arroba en el correo electrónico, el email es válido. (Als je apenstaartje schrijft in het e-mailadres, is de e-mail geldig.)
Contactamos por teléfono cuando tenemos una duda. (We nemen telefonisch contact op als we een vraag hebben.)
La calle Mayor está cerca del centro. (De Grote straat is dichtbij het centrum.)

Oefening 3: Clusteren van woorden

Instructie: Classificeer de volgende woorden in twee categorieën afhankelijk van of ze persoonlijke contactgegevens zijn of onderdelen van een fysiek adres.

Datos de contacto personal

Dirección física

Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

El prefijo


Het voorvoegsel

2

La arroba


De apenstaart

3

La calle


De straat

4

La avenida


De laan

5

Contactar


Contact opnemen

Ejercicio 5: Ejercicio de conversación

Instrucción:

  1. Pide a alguien sus datos de contacto. (Vraag iemand om hun contactgegevens.)
  2. Comparte tu dirección y detalles de contacto. (Deel uw adres en contactgegevens.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

¿Cuál es tu dirección?

Wat is jouw adres?

Mi correo electrónico es student@colanguage.com.

Mijn e-mailadres is student@colanguage.com.

Mi número de teléfono es 61385748.

Mijn telefoonnummer is 61385748.

¿Puedo tener tu número de teléfono?

Mag ik je telefoonnummer?

¿Puedes enviármelo por WhatsApp?

Kun je het me op WhatsApp sturen?

¿Tienes Instagram?

Heb je Instagram?

Mi dirección es "Calle Main, número 5".

Mijn adres is "Hoofdstraat, nummer 5".

...

Oefening 6: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 7: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Yo ___ a mis clientes para confirmar la reunión.

(Ik ___ met mijn klanten om de vergadering te bevestigen.)

2. ¿Tú ___ al departamento de recursos humanos?

(Neem jij ___ contact op met de afdeling personeelszaken?)

3. Nosotros ___ a los proveedores cada semana.

(Wij ___ elke week contact op met de leveranciers.)

4. Ellos ___ con la oficina central para pedir información.

(Zij ___ contact op met het hoofdkantoor om informatie te vragen.)

Oefening 8: Adressen en contactpersonen op het werk

Instructie:

En mi oficina, siempre (Dar - Presente) la información correcta sobre mi dirección. Cuando alguien (Contactar - Presente) conmigo, yo siempre (Escribir - Presente) mi correo electrónico y mi móvil. A veces, mis compañeros y yo (Contactar - Presente) con clientes para hablar de proyectos. Si tú (Contactar - Presente) con la oficina, siempre (Dar - Presente) la dirección completa, incluyendo la avenida y el código postal.


In mijn kantoor geef ik altijd de juiste informatie over mijn adres. Wanneer iemand contact met mij opneemt, schrijf ik altijd mijn e-mailadres en mijn mobiel op. Soms nemen mijn collega’s en ik contact op met klanten om over projecten te praten. Als jij contact opneemt met het kantoor, geef ik altijd het volledige adres, inclusief de straat en de postcode.

Werkwoordschema's

Dar - Geven

Presente

  • yo doy
  • tú das
  • él/ella/Usted da
  • nosotros/nosotras damos
  • vosotros/vosotras dais
  • ellos/ellas/Ustedes dan

Contactar - Contact opnemen

Presente

  • yo contacto
  • tú contactas
  • él/ella/Usted contacta
  • nosotros/nosotras contactamos
  • vosotros/vosotras contactáis
  • ellos/ellas/Ustedes contactan

Escribir - Schrijven

Presente

  • yo escribo
  • tú escribes
  • él/ella/Usted escribe
  • nosotros/nosotras escribimos
  • vosotros/vosotras escribís
  • ellos/ellas/Ustedes escriben

Oefening 9: Presente de indicativo: los verbos regulares

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Tegenwoordige tijd: regelmatige werkwoorden

Toon vertaling Toon antwoorden

trabaja, cumplen, apellidan, estudio, escribir, dice, contacta, viven

1.
Vivir: Ellos ... en España.
(Wonen: Zij wonen in Spanje.)
2.
Trabajar: El hombre ... en un piso cerca de la familia.
(Werken: De man werkt op een verdieping dicht bij het gezin.)
3.
Contactar: El hombre ... a la mujer con el móvil.
(Contact opnemen: De man neemt contact op met de vrouw via de mobiel.)
4.
Estudiar: Yo ... el número de la tarjeta de crédito.
(Studeren: Ik bestudeer het creditcardnummer.)
5.
Apellidarse: Ellas se ... García.
(Achternaam: Zij heten García.)
6.
Cumplir: Ellos ... cuarenta años.
(Vieren: Zij worden veertig jaar.)
7.
Decir: Él ... su fecha de nacimiento.
(Zeg: Hij zegt zijn geboortedatum.)
8.
Escribir: Tú ... tu lugar de nacimiento al profesor.
(Schrijf: Jij schrijft je geboorteplaats aan de leraar.)

Oefening 10: El condicional cero

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: De nulvoorwaarde

Toon vertaling Toon antwoorden

contactas, sumas, escribes, divides, practicas, restas, estudias, tienes

1.
Si ... español, mejoras tu comprensión del idioma.
(Als je Spaans oefent, verbeter je je taalbegrip.)
2.
Si ... diez menos cinco, obtienes un número más pequeño.
(Als je tien min vijf aftrekt, krijg je een kleiner getal.)
3.
Si ... la arroba en el correo, la dirección es válida
(Als je het apenstaartje in het e-mailadres schrijft, is het adres geldig)
4.
Si ... el código postal correcto, la carta llega bien.
(Als je de juiste postcode hebt, komt de brief goed aan.)
5.
Si ... cada día, aprendes nuevas palabras en español.
(Als je elke dag studeert, leer je nieuwe woorden in het Spaans.)
6.
Si ... dos y dos, el resultado es siempre cuatro.
(Als je twee en twee bij elkaar optelt, is het resultaat altijd vier.)
7.
Si ... al profesor, él responde tu correo electrónico.
(Als je de leraar contacteert, antwoordt hij op je e-mail.)
8.
Si ... cien entre diez, el resultado es exactamente diez.
(Als je honderd door tien deelt, is het resultaat precies tien.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Dar geven

Presente

Spaans Nederlands
(yo) doy ik geef
(tú) das jij geeft
(él/ella) da hij/zij geeft
(nosotros/nosotras) damos wij geven
(vosotros/vosotras) dais jullie geven
(ellos/ellas) dan zij geven

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Contactar contact opnemen

Presente

Spaans Nederlands
(yo) contacto ik neem contact op
(tú) contactas jij neemt contact op
(él/ella) contacta hij/zij neemt contact op
(nosotros/nosotras) contactamos wij nemen contact op
(vosotros/vosotras) contactáis jullie nemen contact op
(ellos/ellas) contactan zij nemen contact op

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏