Spaans A1.38.2 Plekken in de stad

Ontdek de stad en hoe je er toegang toe krijgt.

Cuento corto: Lugares en la ciudad

Explora los de la ciudad y cómo acceder a ellos.

Spaans A1.38.2 Plekken in de stad

A1 Spaans

Niveau: A1

Module 6: La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)

Les 38: Servicios cotidianos (Dagelijkse diensten)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Tekst en vertaling

1. Los servicios básicos están presentes en la ciudad. De basisvoorzieningen zijn aanwezig in de stad.
2. La farmacia abre temprano y está abierta todos los días. De apotheek opent vroeg en is elke dag open.
3. El transporte público está organizado para llegar al hospital. Het openbaar vervoer is zo georganiseerd dat je bij het ziekenhuis kunt komen.
4. Las urgencias están abiertas las 24 horas. De spoedeisende hulp is 24 uur per dag geopend.
5. Puedes pasar por la panadería para comprar pan fresco. Je kunt langs de bakkerij gaan om vers brood te kopen.
6. También hay un banco pero está cerrado los sábados por la mañana. Er is ook een bank maar die is op zaterdagochtend gesloten.
7. Si no todas las sillas están reservadas puedes sentarte en la biblioteca. Als niet alle stoelen gereserveerd zijn, kun je in de bibliotheek gaan zitten.
8. La comisaría, la peluquería y la escuela están presentes en la ciudad. Het politiebureau, de kapsalon en de school zijn aanwezig in de stad.
9. Hay todos los servicios que usas en la vida diaria. Alle diensten die je in het dagelijks leven gebruikt zijn aanwezig.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué servicios hay en la ciudad?
  2. Welke voorzieningen zijn er in de stad?
  3. ¿El sábado se puede ir al banco?
  4. Kun je op zaterdag naar de bank gaan?
  5. ¿Qué servicios médicos hay en la ciudad?
  6. Welke medische diensten zijn er in de stad?
  7. ¿Qué servicios en la ciudad utilizas más?
  8. Welke diensten in de stad gebruik je het meest?

Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

usas, escuela, urgencias, biblioteca, farmacia, banco

1.
La ... abre temprano y está abierta todos los días.
(De apotheek opent vroeg en is elke dag geopend.)
2.
La comisaría, la peluquería y la ... están presentes en la ciudad.
(Het politiebureau, de kapsalon en de school zijn aanwezig in de stad.)
3.
Hay todos los servicios que ... en la vida diaria.
(Alle diensten die je in het dagelijks leven gebruikt, zijn er.)
4.
Las ... están abiertas las 24 horas.
(De spoedeisende hulp is 24 uur per dag open.)
5.
También hay un ... pero está cerrado los sábados por la mañana.
(Er is ook een bank maar die is op zaterdagochtend gesloten.)
6.
Si no todas las sillas están reservadas puedes sentarte en la ....
(Als niet alle stoelen gereserveerd zijn, kun je plaatsnemen in de bibliotheek.)