Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (15) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Pide que te pasen cualquier objeto que necesites. (Vraag om een item dat je nodig hebt door te geven.)
- Nombra toda la vajilla y su uso. (Noem al het serviesgoed en het gebruik.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
El cuenco con azúcar está en la mesa. De schaal met suiker staat op de tafel. |
La cuchara está en el cuenco. De lepel is in de kom. |
¿Puedes poner el mantel en la mesa? Kun je het tafelkleed op de tafel leggen? |
El vaso está lleno de zumo de naranja. Het glas is gevuld met sinaasappelsap. |
El plato está lleno de cruasanes. Het bord is gevuld met croissants. |
¿Me puedes pasar un vaso de agua? Kun je me een glas water aangeven? |
¿Quieres una taza de café o una taza de té? Wil je een kopje koffie of een kopje thee? |
El tenedor, el cuchillo y la cuchara están junto al plato. De vork, het mes en de lepel liggen naast het bord. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
La copa
Het glas
2
El cuchillo
Het mes
3
La sartén
De koekenpan
4
La cuchara
De lepel
5
El plato
Het bord
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.