Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (15) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- ¿Qué muebles hay en cada una de las habitaciones? (Welke meubels staan er in elke kamer?)
- Describe una habitación de tu apartamento/casa. (Beschrijf een kamer van je appartement/huis.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
El inodoro está cerca del lavabo. Het toilet is vlakbij de gootsteen. |
La cama está en el salón. Het bed staat in de woonkamer. |
La pintura está al lado de la ventana. Het schilderij staat naast het raam. |
Hay una alfombra debajo del sofá. Er ligt een tapijt onder de bank. |
El espejo está colgado en la pared. De spiegel hangt aan de muur. |
El armario está entre la cama y el escritorio. De kledingkast staat tussen het bed en het bureau. |
La puerta está detrás de la silla. De deur is achter de stoel. |
El sofá está frente a la ventana. De bank staat voor het raam. |
La lámpara está en la mesa del salón. De lamp staat op de tafel in de woonkamer. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
La lámpara
De lamp
2
La ventana
Het raam
3
El armario
De kast
4
La puerta
De deur
5
El escritorio
Het bureau
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.