10K+ studenten - 4.8/5
Spaans A2-syllabus met audio, schrijfoefeningen, grammaticamateriaal en vocabulairemateriaal voor gebruik tijdens onze conversatielessen.
Lesmateriaal | Audio | Acties |
---|---|---|
A2.1.1:
¿A dónde viajas estas vacaciones?
Waar reis je naartoe deze vakantie?
Hoofdstuk:
Planes de vacaciones
(Vakantieplannen)
Module 1 (A2): Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!) |
|
|
A2.2.1:
Yo he hecho la maleta, ¿y tú?
Ik heb de koffer ingepakt, en jij?
Hoofdstuk:
Empacar tu equipaje
(Je bagage pakken)
Module 1 (A2): Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!) |
|
|
A2.3.1:
Buscando alojamiento
Op zoek naar accommodatie
Hoofdstuk:
Buscando alojamiento
(Accommodatie zoeken)
Module 1 (A2): Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!) |
|
|
A2.4.1:
Pedro viaja en avión
Pedro reist met het vliegtuig
Hoofdstuk:
En el aeropuerto y en el aire
(Op het vliegveld en in de lucht)
Module 1 (A2): Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!) |
|
|
A2.5.1:
Los problemas de coches alquilados
De problemen met gehuurde auto's
Hoofdstuk:
Alquila tu transporte
(Transport huren)
Module 1 (A2): Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!) |
|
|
A2.6.1: Ana y Pedro hacen el check in en el hotel Ana en Pedro checken in bij het hotel |
|
|
A2.7.1:
Perdido en las vacaciones
Verdwaald tijdens de vakantie
Hoofdstuk:
¿Un desastre de vacaciones?
(Vakantieramp?)
Module 1 (A2): Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!) |
|
|
A2.8.1:
Un día en la granja con Pedro y Ana
Een dag op de boerderij met Pedro en Ana
Hoofdstuk:
Animales de granja
(Boerderijdieren)
Module 2 (A2): Naturaleza y medio ambiente (Natuur en milieu) |
|
|
A2.9.1: Una aventura en el bosque misterioso Een avontuur in het mysterieuze bos |
|
|
A2.10.1:
El jardín de flores de Pedro
De bloemen tuin van Pedro
Hoofdstuk:
Mira esas flores
(Kijk eens naar die bloemen)
Module 2 (A2): Naturaleza y medio ambiente (Natuur en milieu) |
|
|
A2.11.1:
Ana y Pedro hablan sobre la naturaleza
Ana en Pedro praten over de natuur
Hoofdstuk:
Los diferentes lados de la naturaleza
(De verschillende kanten van de natuur)
Module 2 (A2): Naturaleza y medio ambiente (Natuur en milieu) |
|
|
A2.12.1: Un safari en África Een safari in Afrika |
|
|
A2.13.1:
Cómo salvar nuestro planeta
Hoe we onze planeet kunnen redden
Hoofdstuk:
¡Salvemos nuestro planeta!
(Laten we onze planeet redden!)
Module 2 (A2): Naturaleza y medio ambiente (Natuur en milieu) |
|
|
A2.14.1:
Ana y Pedro viajan por el mundo
Ana en Pedro reizen de wereld rond
Hoofdstuk:
¡El mundo es enorme!
(De wereld is enorm!)
Module 2 (A2): Naturaleza y medio ambiente (Natuur en milieu) |
|
|
A2.15.1:
Ana y Pedro hacen senderismo
Ana en Pedro gaan wandelen
Hoofdstuk:
De senderismo en la montaña
(Wandelen en bergen)
Module 2 (A2): Naturaleza y medio ambiente (Natuur en milieu) |
|
|
A2.16.1: Una sorpresa en casa Een verrassing thuis |
|
|
A2.17.1:
Ana y Pedro participan en un evento
Ana en Pedro doen mee aan een evenement
Hoofdstuk:
¿Qué acaba de pasar?
(Wat is er net gebeurd?)
Module 3 (A2): El buen pasado (De goeie oude tijd) |
|
|
A2.18.1:
Recuerdos de la infancia
Herinneringen aan de kindertijd
Hoofdstuk:
Infancia y recuerdos
(Jeugd en herinneringen)
Module 3 (A2): El buen pasado (De goeie oude tijd) |
|
|
A2.19.1:
¿Cómo pasaste la pandemia?
Hoe heb je de pandemie doorgebracht?
Hoofdstuk:
Recuerdo cuando...
(Ik herinner me nog toen...)
Module 3 (A2): El buen pasado (De goeie oude tijd) |
|
|
A2.20.1: Recuerdos Pasados Herinneringen uit het Verleden |
|
|
A2.21.1:
Moda Décadas Diferentes
Mode Verschillende Decennia
Hoofdstuk:
A través de las décadas
(Door de decennia heen)
Module 3 (A2): El buen pasado (De goeie oude tijd) |
|
|
A2.22.1:
Un Paseo con Sorpresas
Een Wandeling vol Verrassingen
Hoofdstuk:
Mezclando los pasados
(Het verleden door elkaar halen)
Module 3 (A2): El buen pasado (De goeie oude tijd) |
|
|
A2.23.1:
El éxito de un gran escritor
Het succes van een grote schrijver
Hoofdstuk:
El pasado: ¿una parte del presente o del pasado?
(Het verleden: onderdeel van het heden of voorbij?)
Module 3 (A2): El buen pasado (De goeie oude tijd) |
|
|
A2.24.1:
La gran aventura del intercambio
Het grote avontuur van de uitwisseling
Hoofdstuk:
Hacer un intercambio
(Op uitwisseling gaan)
Module 4 (A2): Trabajar y estudiar (Werk en studie) |
|
|
A2.25.1: ¡Quiero el trabajo! Ik wil de baan! |
|
|
A2.26.1:
La entrevista de Pedro
Het interview van Pedro
Hoofdstuk:
Entrevista de trabajo
(Sollicitatiegesprek)
Module 4 (A2): Trabajar y estudiar (Werk en studie) |
|
|
A2.27.1: ¡Trabajemos Juntos! Laten we samenwerken! |
|
|
A2.28.1:
Una cita en la sala de reuniones
Een afspraak in de vergaderzaal
Hoofdstuk:
Oficina y reuniones
(Kantoor en vergaderingen)
Module 4 (A2): Trabajar y estudiar (Werk en studie) |
|
|
A2.29.1:
¿Conectarse o desconectarse? ¡Esa es la cuestión!
Verbinding maken of verbreken? Dat is de kwestie!
Hoofdstuk:
¿Teletrabajo u oficina?
(Thuiswerken of op kantoor?)
Module 4 (A2): Trabajar y estudiar (Werk en studie) |
|
|
A2.30.1:
Negociación de una oferta
Onderhandeling van een aanbod
Hoofdstuk:
Opiniones y negociaciones
(Meningen en onderhandelingen)
Module 4 (A2): Trabajar y estudiar (Werk en studie) |
|
|
A2.31.1:
Un Proyecto Urgente
Een Dringend Project
Hoofdstuk:
Organización y delegación
(Organisatie en delegatie)
Module 4 (A2): Trabajar y estudiar (Werk en studie) |
|
|
A2.32.1: ¡Vamos a cumplir nuestros deseos! Laten we onze wensen vervullen! |
|
|
A2.33.1: Planes para el futuro Plannen voor de toekomst |
|
|
A2.34.1:
¿Adivinaremos el secreto?
Zullen we het geheim raden?
Hoofdstuk:
Suponiendo y adivinando
(Veronderstellen en raden)
Module 5 (A2): Planes para el futuro (Toekomstplannen) |
|
|
A2.35.1: Imaginando el Futuro De Toekomst Voorstellen |
|
|
A2.36.1:
Preparando el futuro
De toekomst voorbereiden
Hoofdstuk:
Educación y graduación
(Onderwijs en afstuderen)
Module 5 (A2): Planes para el futuro (Toekomstplannen) |
|
|
A2.37.1:
¿Quién querías ser cuando eras niño?
Wie wilde je zijn toen je een kind was?
Hoofdstuk:
Cuando sea mayor...
(Als ik groot ben...)
Module 5 (A2): Planes para el futuro (Toekomstplannen) |
|
|
A2.38.1:
¿Te atreves a soñar?
Durf je te dromen?
Hoofdstuk:
¿Cómo se ve tu futuro?
(Hoe ziet jouw toekomst eruit?)
Module 5 (A2): Planes para el futuro (Toekomstplannen) |
|
|
A2.39.1: Hablando de la vida actual Praten over het huidige leven |
|
|
A2.40.1: ¡Tapas para todos! Tapas voor iedereen! |
|
|
A2.41.1:
¿Merendamos algo saludable?
Zullen we iets gezonds eten als tussendoortje?
Hoofdstuk:
Comida y hábitos saludables
(Gezonde voeding en gewoontes)
Module 6 (A2): Estilo de vida (Levensstijl) |
|
|
A2.42.1: ¿Transporte sostenible? ¡Elige bien! Duurzaam vervoer? Kies verstandig! |
|
|
A2.43.1: ¡A disfrutar del tiempo libre! Geniet van je vrije tijd! |
|
|
A2.44.1: ¡Qué mundo tan pequeño! Wat een kleine wereld! |
|
|
A2.45.1:
Ejercicio para una vida saludable
Oefening voor een gezond leven
Hoofdstuk:
Ejercicio y estilo de vida
(Oefening en levensstijl)
Module 6 (A2): Estilo de vida (Levensstijl) |
|