Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (17) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
El negocio
De zaak
2
Notar
Opmerken
3
Hacer una presentación
Een presentatie geven
4
La impresora
De printer
5
Invitar
Uitnodigen
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Mira, no ______ aceptando las condiciones del contrato.
(Kijk, je ______ de contractvoorwaarden niet accepteert.)2. Oye, ______ los documentos para la reunión.
(Hé, ______ de documenten voor de vergadering.)3. Diga, ¿puede ______ con el cliente que está en la sala?
(Zegt u het, kunt u ______ met de klant die in de kamer is?)4. Perdone, no ______ aceptar propuestas sin la aprobación del jefe.
(Pardon, wij ______ geen voorstellen accepteren zonder de goedkeuring van de baas.)Oefening 4: Op kantoor voor een belangrijke vergadering
Instructie:
Werkwoordschema's
Oír - Horen
Imperativo
- (tú) oye
- (usted) oiga
- (vosotros) oíd
- (ustedes) oigan
Estar - Zijn
Presente
- yo estoy
- tú estás
- él/ella/Ud. está
- nosotros estamos
- vosotros estáis
- ellos/ellas/Uds. están
Aceptar - Accepteren
Presente
- yo acepto
- tú aceptas
- él/ella/Ud. acepta
- nosotros aceptamos
- vosotros aceptáis
- ellos/ellas/Uds. aceptan
Pedir - Vragen
Presente
- yo pido
- tú pides
- él/ella/Ud. pide
- nosotros pedimos
- vosotros pedís
- ellos/ellas/Uds. piden
Estar - Zijn
Presente de subjuntivo
- yo esté
- tú estés
- él/ella/Ud. esté
- nosotros estemos
- vosotros estéis
- ellos/ellas/Uds. estén
Poder - Kunnen
Presente
- yo puedo
- tú puedes
- él/ella/Ud. puede
- nosotros podemos
- vosotros podéis
- ellos/ellas/Uds. pueden
Empezar - Beginnen
Presente
- yo empiezo
- tú empiezas
- él/ella/Ud. empieza
- nosotros empezamos
- vosotros empezáis
- ellos/ellas/Uds. empiezan
Oefening 5: Los imperativos: Mira, Oye, ¿Diga?
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: De imperatieven: Mira, Oye, ¿Diga?
Toon vertaling Toon antwoordenPerdone, Mira, Diga, Oye, Perdona
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Estar zijn Delen Gekopieerd!
Imperativo
Spaans | Nederlands |
---|---|
No tiene forma | jij bent geen vorm |
¡Está! | hij is/zijn |
¡Esté! | wij zijn |
¡Estemos! | jullie zijn |
¡Estad! | zij zijn |
Aceptar accepteren Delen Gekopieerd!
Imperativo
Spaans | Nederlands |
---|---|
No aplica | Niet van toepassing |
¡Acepta! | jij accepteer |
¡Acepte! | Accepteer! |
¡Aceptemos! | Laten we accepteren! |
¡Aceptad! | jullie accepteren |
Poder kunnen Delen Gekopieerd!
Imperativo
Spaans | Nederlands |
---|---|
No existe | jij kunt |
¡Puedes! | jij kunt |
¡Pueda! | hij/zij kan |
¡Podamos! | Laten we kunnen |
¡Poded! | jullie kunnen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.