Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
A2.1.3 Cultura
Viajar a las Islas Baleares: Mallorca e Ibiza
Reizen naar de Balearen: Mallorca en Ibiza
Woordenschat (12) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- ¿Dónde y con quién vas de vacaciones? (Waar en met wie ga je op vakantie?)
- ¿Qué medio de transporte vas a usar para viajar y por qué? (Welke vervoersmiddel ga je gebruiken om te reizen en waarom?)
- ¿Cuánto tiempo vas a estar de vacaciones? (Hoe lang ga je op vakantie?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Voy a Italia para ver la ciudad y comer pizza. Ik ga naar Italië om de stad te zien en pizza te eten. |
Voy a ir de camping con mi familia a las montañas Ik ga kamperen met mijn familie in de bergen. |
Viajaré en tren para ver el paisaje. Ik zal met de trein reizen om van het landschap te genieten. |
Voy con mis amigos porque me gusta estar con ellos Ik ga met mijn vrienden omdat ik graag bij hen ben. |
Voy a viajar en avión porque es rápido y cómodo. Ik ga met het vliegtuig reizen omdat het snel en comfortabel is. |
Voy a estar en España durante tres semanas. Ik ga drie weken in Spanje zijn. |
... |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Relajado
Ontspannen
2
La excursión
De excursie
3
Irse de vacaciones
Op vakantie gaan
4
Visitar
Bezoeken
5
La agencia de viajes
Het reisbureau
Oefening 4: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.
hemos planeado, habéis dicho, han dicho, has dicho, ha dicho, he planeado, he dicho, ha planeado
Oefening 5: Las preposiciones "Por" y "Para"
Instructie: Vul het juiste woord in.
por, para
Lesvoorbereiding / huiswerk Delen Gekopieerd!
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Uitgebreide vocabulaire tabel Delen Gekopieerd!
Kernwoordenschat
(12):
Werkwoorden: 1,
Bijvoeglijke naamwoorden: 1,
Zelfstandige naamwoorden: 7,
Zinnen / woordcombinatie: 3
Contextwoordenschat:
11
Spaans | Nederlands |
---|---|
Agencias de viajes | Reisbureaus |
Compran un billete | Zij kopen een kaartje |
Comprar un billete | Een kaartje kopen |
El guía turístico | De reisleider |
El turista | De toerist |
El viaje | De reis |
El vuelo | De vlucht |
Excursiones guiadas | Gegidste excursies |
Hacen una excursión | Maken een excursie |
He comprado un billete | Ik heb een ticket gekocht |
Irse de vacaciones | Op vakantie gaan |
La agencia de viajes | Het reisbureau |
La excursión | De excursie |
La oficina de turismo | Het toeristenbureau |
Lugares turísticos | Toeristische plekken |
Relajado | Ontspannen |
Relajarse | Ontspannen |
Tener planes | Plannen hebben |
Tiene planes | Hij/Zij heeft plannen |
Tienes planes | Heb je plannen |
Turistas | Toeristen |
Viaja | Hij reist |
Visitar | Bezoeken |
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Decir zeggen Delen Gekopieerd!
Pretérito perfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
yo he dicho | ik heb gezegd |
tú has dicho | jij hebt gezegd |
él/ella ha dicho | hij heeft gezegd |
nosotros/nosotras hemos dicho | wij hebben gezegd |
vosotros/vosotras habéis dicho | jullie hebben gezegd |
ellos/ellas han dicho | zij hebben gezegd |
Planear plannen Delen Gekopieerd!
Pretérito perfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
yo he planeado | ik heb gepland |
tú has planeado | jij hebt gepland |
él/ella ha planeado | hij heeft gepland |
nosotros/nosotras hemos planeado | wij hebben gepland |
vosotros/vosotras habéis planeado | jullie hebben gepland |
ellos/ellas han planeado | zij hebben gepland |
Preparar voorbereiden Delen Gekopieerd!
Pretérito perfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
yo he preparado | ik heb voorbereid |
tú has preparado | jij hebt voorbereid |
él/ella ha preparado | hij heeft voorbereid |
nosotros/nosotras hemos preparado | wij hebben voorbereid |
vosotros/vosotras habéis preparado | jullie hebben voorbereid |
ellos/ellas han preparado | zij hebben voorbereid |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.