A2.43: Organisatie en delegatie

Organización y delegación

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

A2.43.2 Cuento corto

Un Proyecto Urgente de Carlos

Een Dringend Project van Carlos


A2.43.3 Cultura

El arte de delegar: las Fallas de Valencia

De kunst van het delegeren: de Fallas van Valencia


Woordenschat (11)

 Informar (informeren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Informar

Show

Informeren Show

 Completar (voltooien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Completar

Show

Voltooien Show

 La tarea: De taak (Spaans)

La tarea

Show

De taak Show

 El proyecto: Het project (Spaans)

El proyecto

Show

Het project Show

 El líder: De leider (Spaans)

El líder

Show

De leider Show

 La responsabilidad: De verantwoordelijkheid (Spaans)

La responsabilidad

Show

De verantwoordelijkheid Show

 La notificación: De kennisgeving (Spaans)

La notificación

Show

De kennisgeving Show

 Pendiente: Achterstallig (Spaans)

Pendiente

Show

Achterstallig Show

 Realizado: Verricht (Spaans)

Realizado

Show

Verricht Show

 Urgente: Urgent (Spaans)

Urgente

Show

Urgent Show

 La agenda: De agenda (Spaans)

La agenda

Show

De agenda Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 2: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

El líder siempre delega las tareas urgentes al equipo (De leider delegeert altijd de dringende taken aan het team)
Creo que es urgente completar el proyecto hoy (Ik denk dat het dringend is om het project vandaag af te ronden)
No creo que la agenda incluya esa tarea (Ik denk niet dat deze taak op de agenda staat.)
Es verdad que el correo electrónico informa sobre las nuevas tareas (Het is waar dat de e-mail informeert over de nieuwe taken.)

Oefening 3: Clusteren van woorden

Instructie: Sleep en plaats elk woord in de categorie die het beste aansluit bij het gebruik ervan in communicatie op kantoor of bij de organisatie van het werk.

Comunicación y reporte en la oficina

Organización y gestión de tareas

Oefening 4: Expresar acuerdo y desacuerdo

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Uitdrukken van overeenstemming en onenigheid

Toon vertaling Toon antwoorden

No estoy seguro de que, Estoy seguro de que, Es verdad que, No es verdad que, Está claro que, No creo que, No está claro que

1. Seguridad:
... completas el formulario sin problemas.
(Ik weet zeker dat je het formulier zonder problemen invult.)
2. Afirmación verdadera:
... ellos trabajan en equipo.
(Het is waar dat zij in een team werken.)
3. Inseguridad / Subjuntivo:
... cambies de opinión fácilmente.
(Ik ben er niet zeker van dat je gemakkelijk van mening verandert.)
4. Duda / Subjuntivo:
... la responsabilidad sea suya.
(Ik denk niet dat het zijn verantwoordelijkheid is.)
5. Duda / Subjuntivo:
... él organice bien el proyecto.
(Ik denk niet dat hij het project goed organiseert.)
6. Hecho evidente:
... la tarea es urgente.
(Het is duidelijk dat de taak urgent is.)
7. Falta de claridad:
... completemos todas las tareas hoy.
(Het is niet duidelijk of we vandaag alle taken afronden.)
8. Negación de verdad:
... cambien de líder cada semana.
(Het is niet waar dat ze elke week van leider wisselen.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.43.4 Gramática

Expresar acuerdo y desacuerdo

Uitdrukken van overeenstemming en onenigheid


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Cambiar veranderen

Subjuntivo presente

Spaans Nederlands
(yo) cambie ik verander
(tú) cambies jij verandert
(él/ella) cambie hij/zij verandert
(nosotros/nosotras) cambiemos wij veranderen
(vosotros/vosotras) cambiéis jullie veranderen
(ellos/ellas) cambien zij veranderen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Organizar organiseren

Subjuntivo presente

Spaans Nederlands
(yo) organice ik organiseer
(tú) organices jij organiseert
(él/ella) organice hij/zij organiseert
(nosotros/nosotras) organicemos wij organiseren
(vosotros/vosotras) organicéis jullie organiseren
(ellos/ellas) organicen zij organiseren

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏