Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
A2.28.1 Cultura
La revolución del fitness al aire libre en las ciudades de España
De revolutie van fitness in de buitenlucht in de steden van Spanje
Woordenschat (18) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Estar cansado
Moe zijn
2
Llevar una vida sana
Een gezond leven leiden
3
Fuerte
Sterk
4
La piscina
Het zwembad
5
Los ejercicios
De oefeningen
Ejercicio 2: Ejercicio de conversación
Instrucción:
- ¿Haces ejercicio? Si es así, ¿qué haces? (Sport je? Zo ja, wat doe je?)
- ¿Cómo incluyes el ejercicio en tu vida diaria? (Hoe neem je beweging op in je dagelijkse leven?)
- ¿Normalmente te sientes cansado o lleno de energía después de hacer ejercicio? (Voel je je meestal moe of vol energie na het sporten?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Hago yoga todos los días. También hago estiramientos. Ik doe elke dag yoga. Ik doe ook stretchoefeningen. |
Levanto pesas en el gimnasio tres veces a la semana. Me gusta porque me hace sentir fuerte. Ik hef drie keer per week gewichten in de sportschool. Ik vind het leuk omdat het me sterk laat voelen. |
Camino a mi oficina en lugar de coger el coche. Ik loop naar mijn kantoor in plaats van de auto te nemen. |
Tengo una piscina, así que cada mañana nado durante media hora. Ik heb een zwembad, dus zwem ik elke ochtend een half uur. |
Siempre me siento bien después de hacer algún tipo de ejercicio. Me da energía. Ik voel me altijd goed na het doen van wat voor soort oefening dan ook. Het geeft me energie. |
Me siento cansado después de hacer ejercicio. Normalmente me acuesto temprano en un día así. Ik voel me moe na het sporten. Meestal ga ik vroeg naar bed op zo'n dag. |
... |
Oefening 3: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ayer ______ en la piscina con mis compañeros del trabajo.
(Gisteren ______ ik in het zwembad met mijn collega’s van het werk.)2. Después ______ nadar varias vueltas para relajarme.
(Daarna ______ ik verschillende banen zwemmen om te ontspannen.)3. El lunes pasado ______ cinco kilómetros antes de ir a la oficina.
(Afgelopen maandag ______ ik vijf kilometer voordat ik naar kantoor ging.)4. ______ mucho para mejorar nuestra fuerza y resistencia.
(______ veel om onze kracht en uithoudingsvermogen te verbeteren.)Oefening 5: Mijn dagelijkse oefening voor een gezond leven
Instructie:
Werkwoordschema's
Correr - Rennen
Pretérito indefinido
- yo corrí
- tú corriste
- él/ella corrió
- nosotros/nosotras corrimos
- vosotros/vosotras corristeis
- ellos/ellas corrieron
Poder - Kunnen
Pretérito indefinido
- yo pude
- tú pudiste
- él/ella pudo
- nosotros/nosotras pudimos
- vosotros/vosotras pudisteis
- ellos/ellas pudieron
Entrenar - Traineren
Pretérito indefinido
- yo entrené
- tú entrenaste
- él/ella entrenó
- nosotros/nosotras entrenamos
- vosotros/vosotras entrenasteis
- ellos/ellas entrenaron
Practicar - Beoefenen
Pretérito indefinido
- yo practiqué
- tú practicaste
- él/ella practicó
- nosotros/nosotras practicamos
- vosotros/vosotras practicasteis
- ellos/ellas practicaron
Estar - Zijn
Pretérito indefinido
- yo estuve
- tú estuviste
- él/ella estuvo
- nosotros/nosotras estuvimos
- vosotros/vosotras estuvisteis
- ellos/ellas estuvieron
Oefening 6: Los adjetivos posesivos: "Mío", "Tuyo", "Suyo", ...
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: De bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden: "Mío", "Tuyo", "Suyo", ...
Toon vertaling Toon antwoordenvuestra, nuestra, tuyo, suya, míos, mía
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A2.28.2 Gramática
Los adjetivos posesivos: "Mío", "Tuyo", "Suyo", ...
De bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden: "Mío", "Tuyo", "Suyo", ...
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Correr rennen Delen Gekopieerd!
Pretérito indefinido
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) corrí | ik rende |
(tú) corriste | jij rende |
(él/ella) corrió | hij/zij rende |
(nosotros/nosotras) corrimos | wij renden |
(vosotros/vosotras) corristeis | jullie renden |
(ellos/ellas) corrieron | zij rende(n) |
Poder kunnen Delen Gekopieerd!
Pretérito indefinido
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) pude | ik kon |
(tú) pudiste | jij kon |
(él/ella) pudo | hij kon/zij kon |
(nosotros/nosotras) pudimos | wij konden |
(vosotros/vosotras) pudisteis | jullie konden |
(ellos/ellas) pudieron | zij konden |
Entrenar trainen Delen Gekopieerd!
Pretérito indefinido
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) entrené | ik trainde |
(tú) entrenaste | jij trainde |
(él/ella) entrenó | hij/zij trainde |
(nosotros/nosotras) entrenamos | wij trainden |
(vosotros/vosotras) entrenasteis | jullie trainden |
(ellos/ellas) entrenaron | zij trainden |
Practicar oefenen Delen Gekopieerd!
Pretérito indefinido
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) practiqué | ik oefende |
(tú) practicaste | jij oefende |
(él/ella) practicó | hij/zij oefende |
(nosotros/nosotras) practicamos | wij oefenden |
(vosotros/vosotras) practicasteis | jullie oefenden |
(ellos/ellas) practicaron | zij oefenden |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.