Spaans A2.11.1 Herinneringen aan de kindertijd

Pedro en Ana herinneren zich hun jeugd en het speelgoed uit hun kindertijd. Ze praten over nostalgie, het plezier van kind zijn, en hoe ze door de tijd heen zijn veranderd.

Diálogo: Recuerdos de la infancia

Pedro y Ana recuerdan su infancia y los juguetes de su niñez. Hablan de la nostalgia, la diversión de ser niños, y cómo han cambiado con el tiempo.

Spaans A2.11.1 Herinneringen aan de kindertijd

A2 Spaans

Niveau: A2

Module 2: El buen pasado (De goeie oude tijd)

Les 11: Infancia y recuerdos (Jeugd en herinneringen)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Gesprek

1. Pedro: ¿Recuerdas nuestra infancia? (Herinner je je onze kindertijd?)
2. Ana: ¡Sí, claro! Cuando éramos niños todo era muy divertido. (Ja, natuurlijk! Toen we kinderen waren, was alles heel leuk.)
3. Pedro: Yo echo de menos esos días. Siempre salíamos a jugar. (Ik mis die dagen. We gingen altijd buiten spelen.)
4. Ana: ¡Yo también! Siempre llevaba conmigo mi juguete favorito. (Ik ook! Ik droeg mijn speeltje altijd bij me.)
5. Pedro: De niño soñaba con ser bombero. (Als kind droomde ik ervan brandweerman te worden.)
6. Ana: Yo quería ser cocinera. ¡Qué tiempos más bonitos! (Ik wilde kok worden. Wat een mooie tijden!)
7. Pedro: Ahora somos adultos pero los recuerdos no mueren. (We zijn nu volwassen maar de herinneringen sterven niet.)
8. Ana: ¡Así es! La nostalgia nos hace volver a esos momentos. (Precies zo! De nostalgie brengt ons terug naar die momenten.)
9. Pedro: A veces quiero volver a ser un adolescente y no preocuparme por nada. (Soms wil ik weer een tiener zijn en me nergens zorgen over maken.)
10. Ana: Sí, la vida era más simple antes de ser un adulto. (Ja, het leven was eenvoudiger voordat we volwassen werden.)

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué echa de menos Pedro de su infancia?
  2. Wat mist Pedro uit zijn kindertijd?
  3. ¿Qué llevaba Ana siempre cuando era niña?
  4. Wat droeg Ana altijd toen ze een kind was?
  5. ¿Qué quiere Pedro a veces?
  6. Wat wil Pedro soms?
  7. ¿Cuál es tu mejor recuerdo de la infancia?
  8. Wat is je beste jeugdherinnering?
  9. ¿Qué juguete era tu favorito cuando eras niño o niña?
  10. Wat was je favoriete speelgoed toen je kind was?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

adulto, echo de menos, divertido, juguete, mueren

1.
Sí, la vida era más simple antes de ser un ....
(Ja, het leven was eenvoudiger voordat we volwassenen waren.)
2.
¡Sí, claro! Cuando éramos niños todo era muy ....
(Ja, natuurlijk! Toen we kinderen waren, was alles heel leuk.)
3.
Yo ... esos días. Siempre salíamos a jugar.
(Ik mis die dagen. We gingen altijd buiten spelen.)
4.
¡Yo también! Siempre llevaba conmigo mi ... favorito.
(Ik ook! Ik nam altijd mijn favoriete speelgoed mee.)
5.
Ahora somos adultos pero los recuerdos no ....
(Nu zijn we volwassenen, maar herinneringen sterven niet.)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
10
... Sí, la vida era más simple antes de ser un adulto.
(Ja, het leven was eenvoudiger voordat we volwassenen waren.)
4
... ¡Yo también! Siempre llevaba conmigo mi juguete favorito.
(Ik ook! Ik nam altijd mijn favoriete speelgoed mee.)
8
8 ¡Así es! La nostalgia nos hace volver a esos momentos.
(Dat klopt! De nostalgie brengt ons terug naar die momenten.)
9
... A veces quiero volver a ser un adolescente y no preocuparme por nada.
(Soms wil ik weer een tiener zijn en me nergens zorgen over maken.)
3
... Yo echo de menos esos días. Siempre salíamos a jugar.
(Ik mis die dagen. We gingen altijd buiten spelen.)
7
... Ahora somos adultos pero los recuerdos no mueren.
(Nu zijn we volwassenen, maar herinneringen sterven niet.)
2
... ¡Sí, claro! Cuando éramos niños todo era muy divertido.
(Ja, natuurlijk! Toen we kinderen waren, was alles heel leuk.)
1
1 ¿Recuerdas nuestra infancia?
(Herinner je je onze kindertijd?)