Spaans A2 module 4: Estilo de vida (Levensstijl)

Dit is leermodule 4 van 6 van ons Spaanse A2 leerplan. Elke leermodule bevat 6 tot 8 hoofdstukken.

Leerdoelen:

  • Habla sobre tu estilo de vida. (Praat over je levensstijl.)
  • Descubre estilos de vida de ahora y del pasado. (Ontdek levensstijlen van nu en het verleden.)

Lessen (7)

A2:22 Higiene personal (Persoonlijke hygiëne)

Leerdoelen

  • Hablar de productos de higiene y rutinas. (Praat over hygiëneproducten en -routines.)
  • Explica qué productos de higiene quieres en la tienda. (Leg uit welke hygiëneproducten je in de winkel wilt.)
  • Usos de "Antes", "Antes de", "Después", "Después de", "Cuando" (Gebruik van "Antes", "Antes de", "Después", "Después de", "Cuando")

A2:23 Clases de pasatiempos (Hobbylessen)

Leerdoelen

  • Busca y encuentra clases particulares. (Zoek en vind privélessen.)
  • Inscríbete en una academia local de tu interés. (Schrijf je in bij een lokale academie van jouw interesse.)
  • Las preposiciones: "Desde" y "Hasta" (De voorzetsels: "Desde" en "Hasta")

A2:24 Comida para llevar (Afhaalmaaltijden)

Leerdoelen

  • Pide un menú específico. (Vraag om een specifiek menu.)
  • Pide comida para llevar. (Bestel afhaalmaaltijden.)
  • "Acabar de", "empezar a" , "volver a" + infinitivo ("Acabar de", "empezar a", "volver a" + infinitief)

A2:25 Comida y hábitos saludables (Gezonde voeding en gewoontes)

Leerdoelen

  • Habla sobre tu dieta y hábitos (in)saludables. (Praat over je dieet en (on)gezonde gewoontes.)
  • Planifica tu menú semanal. (Plan je wekelijkse menu.)
  • El relativo "que" (Het betrekkelijk voornaamwoord que)

A2:26 Transporte (sostenible) ((Duurzaam) vervoer)

Leerdoelen

  • Habla sobre tu transporte diario. (Bespreek je dagelijkse vervoer.)
  • Discute varios tipos de transporte. (Bespreek verschillende soorten transport.)
  • Usos de "Poco", "Mucho", "Bastante", "Nada", "Nadie" (Gebruik van "Poco", "Mucho", "Bastante", "Nada", "Nadie")

A2:27 Estilos de ropa y moda (Kledingstijlen en mode)

Leerdoelen

  • Habla sobre tu conjunto de ropa favorito. (Praat over je favoriete outfit.)
  • Describe tu atuendo y moda. (Beschrijf je outfit en mode.)
  • Las preposiciones de lugar: "Fuera de", "Bajo", "Alrededor de",etc... (De voorzetsels van plaats: "Fuera de", "Bajo", "Alrededor de", enz...)

A2:28 Ejercicio y estilo de vida (Oefening en levensstijl)

Leerdoelen

  • Habla sobre los beneficios del ejercicio y el deporte (Bespreek de voordelen van lichaamsbeweging en sporten.)
  • Habla sobre tus rutinas diarias de ejercicio (Praat over je dagelijkse bewegingsroutines)
  • Los adjetivos posesivos: "Mío", "Tuyo", "Suyo", ... (De bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden: "Mío", "Tuyo", "Suyo", ...)