Spaans A2.2.1 Ik heb de koffer ingepakt, en jij?

Ana en Pedro praten over het inpakken van hun bagage voor een excursie.

Diálogo: Yo he hecho la maleta, ¿y tú?

Ana y Pedro hablan sobre la preparación de su equipaje para ir de excursión.

Spaans A2.2.1 Ik heb de koffer ingepakt, en jij?

A2 Spaans

Niveau: A2

Module 1: Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!)

Les 2: Empacar tu equipaje (Je bagage pakken)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Gesprek

1. Pedro: ¿Estás preparada para nuestra excursión? (Ben je klaar voor onze excursie?)
2. Ana: Sí, ya he hecho la maleta. (Ja, ik heb de koffer al gepakt.)
3. Pedro: Yo también. Mi equipaje está casi listo. (Ik ook. Mijn bagage is bijna klaar.)
4. Ana: Mi mochila está llena y todavía no tengo todo. ¿Me puedes llevar algo? (Mijn rugzak is vol en ik heb nog steeds niet alles. Kun je iets voor me meenemen?)
5. Pedro: Claro. ¿Qué te llevo, tu gorra? (Natuurlijk. Wat breng ik je, je pet?)
6. Ana: No, ya he puesto mi gorra. Lleva mi toalla por favor. (Nee, ik heb mijn pet al opgezet. Neem alstublieft mijn handdoek mee.)
7. Pedro: Pero mira, nos van a dar las toallas en el hotel. (Maar kijk, we krijgen de handdoeken in het hotel.)
8. Ana: ¡Perfecto! ¿Y tienes tu bañador? (Perfect! En heb je je badpak?)
9. Pedro: Sí, tengo el bañador. ¿Y tenemos la ropa interior? (Ja, ik heb het badpak. En hebben we de ondergoed?)
10. Ana: Y las gafas de sol también. ¿Nos vamos? (En de zonnebril ook. Gaan we?)
11. Pedro: ¿Dónde esta tu bolso? (Waar is je tas?)
12. Ana: Aquí está. ¡A por la aventura! (Hier is het. Op naar het avontuur!)

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Quién no tiene más espacio en su equipaje?
  2. Wie heeft er geen ruimte meer in zijn bagage?
  3. Ana y Pedro van a llevar toallas. Verdadero / Falso
  4. Ana en Pedro gaan handdoeken meenemen. Waar / Onwaar
  5. ¿Quién va a llevar un bolso?
  6. Wie gaat er een tas meenemen?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

maleta, bolso, bañador, toalla, gafas de sol

1.
Sí, ya he hecho la ....
(Ja, ik heb mijn koffer al ingepakt.)
2.
Y las ... también. ¿Nos vamos?
(En de zonnebril ook. Gaan we?)
3.
No, ya he puesto mi gorra. Lleva mi ... por favor.
(Nee, ik heb mijn pet al opgezet. Neem alsjeblieft mijn handdoek mee.)
4.
¿Dónde esta tu ...?
(Waar is jouw tas?)
5.
¡Perfecto! ¿Y tienes tu ...?
(Perfect! En heb je je zwembroek?)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
2
... Sí, ya he hecho la maleta.
(Ja, ik heb mijn koffer al ingepakt.)
10
... Y las gafas de sol también. ¿Nos vamos?
(En de zonnebril ook. Gaan we?)
6
... No, ya he puesto mi gorra. Lleva mi toalla por favor.
(Nee, ik heb mijn pet al opgezet. Neem alsjeblieft mijn handdoek mee.)
11
... ¿Dónde esta tu bolso?
(Waar is jouw tas?)
8
... ¡Perfecto! ¿Y tienes tu bañador?
(Perfect! En heb je je zwembroek?)
5
... Claro. ¿Qué te llevo, tu gorra?
(Natuurlijk. Wat zal ik voor je meenemen, je pet?)
3
... Yo también. Mi equipaje está casi listo.
(Ik ook. Mijn bagage is bijna klaar.)
4
... Mi mochila está llena y todavía no tengo todo. ¿Me puedes llevar algo?
(Mijn rugzak zit vol en ik heb nog steeds niet alles. Kun je iets voor me meenemen?)
9
9 Sí, tengo el bañador. ¿Y tenemos la ropa interior?
(Ja, ik heb het badpak. Hebben wij het ondergoed?)