Spaans A2.33.1 Laten we onze wensen vervullen!

Pedro en Ana praten over hun verlanglijst en de toekomst.

Diálogo: ¡Vamos a cumplir nuestros deseos!

Pedro y Ana hablan sobre su lista de deseos y el futuro.

Spaans A2.33.1 Laten we onze wensen vervullen!

A2 Spaans

Niveau: A2

Module 5: Planes para el futuro (Toekomstplannen)

Les 33: Lista de deseos (Bucketlist)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Gesprek

1. Pedro: ¿Ya tienes la lista de cosas que hacer para este año? (Heb je al de lijst met dingen die gedaan moeten worden voor dit jaar?)
2. Ana: Sí, la tengo. Este es el comienzo de grandes planes. (Ja, ik heb het. Dit is het begin van grote plannen.)
3. Pedro: ¡Qué bien! ¿Cuándo daremos el paso para realizar el primero? (Wat goed! Wanneer zetten we de stap om de eerste te realiseren?)
4. Ana: Creo que pronto pero tenemos que pensar y planificarlo bien. (Ik denk dat het snel is, maar we moeten er goed over nadenken en het goed plannen.)
5. Pedro: Sí, el futuro es importante y nada es imposible. (Ja, de toekomst is belangrijk en niets is onmogelijk.)
6. Ana: Exacto. ¿Qué piensas sobre el plan de viajes de los meses de verano? (Precies. Wat denk jij over het plan voor de reizen in de zomermaanden?)
7. Pedro: Será posible realizarlo pero necesitamos más tiempo. (Het zal mogelijk zijn om het te realiseren, maar we hebben meer tijd nodig.)
8. Ana: Tienes razón. Si lo planificamos bien al final todo puede ser perfecto. (Je hebt gelijk. Als we het goed plannen, kan uiteindelijk alles perfect zijn.)
9. Pedro: ¡Claro! Solo hay que organizarse y nada será imposible. (Natuurlijk! We moeten ons gewoon organiseren en niets zal onmogelijk zijn.)
10. Ana: Entonces ¡a planificar y a cumplir nuestros sueños! (Dus laten we plannen en onze dromen waarmaken!)

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué piensan Pedro y Ana sobre el futuro?
  2. Wat denken Pedro en Ana over de toekomst?
  3. ¿Por qué Pedro dice que “nada es imposible”?
  4. Waarom zegt Pedro dat “niets onmogelijk is”?
  5. ¿Qué plan mencionan Pedro y Ana en la conversación?
  6. Welk plan noemen Pedro en Ana in het gesprek?
  7. ¿Tienes una lista de cosas que quieres hacer en el futuro?
  8. Heb je een lijst met dingen die je in de toekomst wilt doen?
  9. ¿Cuál es tu sueño más grande que puedes y quieres comentar?
  10. Wat is je grootste droom waar je over kunt en wilt vertellen?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

planificar, lista de cosas que hacer, plan, comienzo, final

1.
¿Ya tienes la ... para este año?
(Heb je al de lijst met dingen die je dit jaar wilt doen?)
2.
Tienes razón. Si lo planificamos bien al ... todo puede ser perfecto.
(Je hebt gelijk. Als we het goed plannen, kan alles uiteindelijk perfect zijn.)
3.
Sí, la tengo. Este es el ... de grandes planes.
(Ja, ik heb het. Dit is het begin van grote plannen.)
4.
Entonces ¡a ... y a cumplir nuestros sueños!
(Dus laten we plannen maken en onze dromen waarmaken!)
5.
Exacto. ¿Qué piensas sobre el ... de viajes de los meses de verano?
(Precies. Wat denk je van het reisplan voor de zomermaanden?)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
1
1 ¿Ya tienes la lista de cosas que hacer para este año?
(Heb je al de lijst met dingen die je dit jaar wilt doen?)
8
... Tienes razón. Si lo planificamos bien al final todo puede ser perfecto.
(Je hebt gelijk. Als we het goed plannen, kan alles uiteindelijk perfect zijn.)
2
... Sí, la tengo. Este es el comienzo de grandes planes.
(Ja, ik heb het. Dit is het begin van grote plannen.)
10
10 Entonces ¡a planificar y a cumplir nuestros sueños!
(Dus laten we plannen maken en onze dromen waarmaken!)
6
... Exacto. ¿Qué piensas sobre el plan de viajes de los meses de verano?
(Precies. Wat denk je van het reisplan voor de zomermaanden?)
3
... ¡Qué bien! ¿Cuándo daremos el paso para realizar el primero?
(Wat goed! Wanneer zullen we de stap zetten om de eerste te realiseren?)
5
... Sí, el futuro es importante y nada es imposible.
(Ja, de toekomst is belangrijk en niets is onmogelijk.)
4
... Creo que pronto pero tenemos que pensar y planificarlo bien.
(Ik denk dat het binnenkort kan, maar we moeten het goed doordenken en plannen.)
9
... ¡Claro! Solo hay que organizarse y nada será imposible.
(Natuurlijk! We hoeven alleen maar ons te organiseren en niets zal onmogelijk zijn.)
7
... Será posible realizarlo pero necesitamos más tiempo.
(Het zal mogelijk zijn om het te realiseren, maar we hebben meer tijd nodig.)