Spaans A2.5.1 De problemen met gehuurde auto's

Een kort dialoog tussen Pedro en Ana over het huren van een auto en enkele veelvoorkomende problemen.

Diálogo: Los problemas de coches alquilados

Un diálogo corto entre Pedro y Ana sobre alquilar un coche y algunos problemas comunes.

Spaans A2.5.1 De problemen met gehuurde auto's

A2 Spaans

Niveau: A2

Module 1: Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!)

Les 5: Alquila tu transporte (Transport huren)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Gesprek

1. Pedro: ¿Ya tienes reservado el coche para mañana? (Heb je de auto voor morgen al gereserveerd?)
2. Ana: Sí, pero está roto y han cancelado la reserva. (Ja, maar hij is kapot en ze hebben de reservering geannuleerd.)
3. Pedro: ¿De verdad? ¿Pero tienes otro coche confirmado? (Echt waar? Maar heb je een andere bevestigde auto?)
4. Ana: No, no sé si hay más que no están rotos. (Nee, ik weet niet of er meer zijn die niet kapot zijn.)
5. Pedro: Podemos alquilar bicicletas si no encuentras otro coche. (We kunnen fietsen huren als je geen andere auto kunt vinden.)
6. Ana: ¡No! Sabes que hace demasiado calor para viajar en bicicleta. (Nee! Je weet dat het te warm is om met de fiets te reizen.)
7. Pedro: Entonces pide la devolución del dinero. (Dan vraag je om de terugbetaling van het geld.)
8. Ana: Sí, voy a llamar ahora. Necesito tu carné de conducir. (Ja, ik ga nu bellen. Ik heb je rijbewijs nodig.)
9. Pedro: Claro, lo sé. Te lo voy a dar por la noche. (Natuurlijk, dat weet ik. Ik geef het je vanavond.)
10. Ana: Gracias. (Dank je wel.)

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué reserva le han cancelado a Ana?
  2. Welke reservering is voor Ana geannuleerd?
  3. ¿Qué medio de transporte quiere usar Pedro?
  4. Welk vervoermiddel wil Pedro gebruiken?
  5. ¿Qué necesita Ana para poder hacer la devolución?
  6. Wat heeft Ana nodig om de terugbetaling te kunnen doen?
  7. ¿Has alquilado alguna vez un coche?
  8. Heb je ooit een auto gehuurd?
  9. ¿Qué medio de transporte prefieres usar?
  10. Welk vervoermiddel gebruik je het liefst?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

confirmado, rotos, devolución, carné de conducir, alquilar

1.
Entonces pide la ... del dinero.
(Vraag dan om teruggave van het geld.)
2.
No, no sé si hay más que no están ....
(Nee, ik weet niet of er meer zijn die niet kapot zijn.)
3.
¿De verdad? ¿Pero tienes otro coche ...?
(Echt waar? Maar heb je een andere auto bevestigd?)
4.
Podemos ... bicicletas si no encuentras otro coche.
(We kunnen fietsen huren als je geen andere auto vindt.)
5.
Sí, voy a llamar ahora. Necesito tu ....
(Ja, ik ga nu bellen. Ik heb je rijbewijs nodig.)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
5
... Podemos alquilar bicicletas si no encuentras otro coche.
(We kunnen fietsen huren als je geen andere auto vindt.)
6
... ¡No! Sabes que hace demasiado calor para viajar en bicicleta.
(Nee! Je weet dat het te warm is om met de fiets te reizen.)
3
... ¿De verdad? ¿Pero tienes otro coche confirmado?
(Echt waar? Maar heb je een andere auto bevestigd?)
1
1 ¿Ya tienes reservado el coche para mañana?
(Heb je de auto voor morgen al gereserveerd?)
7
... Entonces pide la devolución del dinero.
(Vraag dan om teruggave van het geld.)
4
... No, no sé si hay más que no están rotos.
(Nee, ik weet niet of er meer zijn die niet kapot zijn.)
8
8 Sí, voy a llamar ahora. Necesito tu carné de conducir.
(Ja, ik ga nu bellen. Ik heb je rijbewijs nodig.)
2
... Sí, pero está roto y han cancelado la reserva.
(Ja, maar hij is kapot en ze hebben de reservering geannuleerd.)