Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (15) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Classificeer de volgende woorden volgens de context waarin ze worden gebruikt: kledingstukken of plaatsen en handelingen gerelateerd aan kleding.
Prendas de vestir
Lugares y acciones relacionadas con la ropa
Oefening 4: Las preposiciones de lugar: "Fuera de", "Bajo", "Alrededor de",etc...
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: De voorzetsels van plaats: "Fuera de", "Bajo", "Alrededor de", etc...
Toon vertaling Toon antwoordendel, hasta, a, fuera de, junto a, a lo largo de, enfrente de
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A2.27.2 Gramática
Las preposiciones de lugar: "Fuera de", "Bajo", "Alrededor de",etc...
De voorzetsels van plaats: "Fuera de", "Bajo", "Alrededor de", etc...
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Llevar dragen Delen Gekopieerd!
Pretérito perfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) he llevado | ik heb gedragen |
(tú) has llevado | jij hebt gedragen |
(él/ella) ha llevado | hij/zij heeft gedragen |
(nosotros/nosotras) hemos llevado | wij hebben gedragen |
(vosotros/vosotras) habéis llevado | jullie hebben gedragen |
(ellos/ellas) han llevado | zij hebben gedragen |
Vestirse zich aankleden Delen Gekopieerd!
Pretérito perfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) me he vestido | ik heb me aangekleed |
(tú) te has vestido | jij hebt je aangekleed |
(él/ella) se ha vestido | hij/zij heeft zich aangekleed |
(nosotros/nosotras) nos hemos vestido | wij hebben ons aangekleed |
(vosotros/vosotras) os habéis vestido | jullie hebben zich aangekleed |
(ellos/ellas) se han vestido | zij hebben zich aangekleed |
Quedar afspreken Delen Gekopieerd!
Pretérito imperfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) quedaba | ik sprak af |
(tú) quedabas | jij sprak af |
(él/ella) quedaba | hij/zij sprak af |
(nosotros/nosotras) quedábamos | wij spraken af |
(vosotros/vosotras) quedabais | jullie spraken af |
(ellos/ellas) quedaban | zij spraken af |
Ponerse aantrekken Delen Gekopieerd!
Pretérito imperfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) me ponía | ik trok aan |
(tú) te ponías | jij trok aan |
(él/ella) se ponía | hij/zij trok aan |
(nosotros/nosotras) nos poníamos | wij trokken aan |
(vosotros/vosotras) os poníais | jullie trokken aan |
(ellos/ellas) se ponían | zij trokken aan |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.