Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (16) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
La despedida
Het afscheid
2
El email
De e-mail
3
Adjuntar un archivo
Een bestand toevoegen
4
Enviar un correo electrónico
Een e-mail sturen
5
Ir a correos
Naar het postkantoor gaan
Ejercicio 2: Ejercicio de conversación
Instrucción:
- ¿Todavía envías cartas o solo correos electrónicos? (Stuur je nog steeds brieven of alleen e-mails?)
- ¿Qué es necesario cuando quieras enviar una carta? (Wat is noodzakelijk wanneer je een brief wilt versturen?)
- ¿Cuántos correos electrónicos sueles recibir en un día? (Hoeveel e-mails ontvang je meestal op een dag?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Ahora solo envío correos electrónicos. Es más rápido y fácil. Ik stuur nu alleen nog e-mails. Het is sneller en makkelijker. |
A veces envío cartas para ocasiones especiales. Como cumpleaños o días festivos. Soms verstuur ik brieven voor speciale gelegenheden. Zoals verjaardagen of feestdagen. |
Es importante que firmes la carta. Het is belangrijk dat je de brief ondertekent. |
Es necesario que envíes la carta llevándola a la oficina de correos, por ejemplo. Het is noodzakelijk dat je de brief verstuurt door deze bijvoorbeeld naar het postkantoor te brengen. |
Normalmente recibo 10 o 15 correos electrónicos. La mayoría son de trabajo. Ik krijg meestal 10 of 15 e-mails. De meeste zijn voor werk. |
Recibo 5 correos electrónicos al día. Algunos son de amigos, otros de periódicos. Ik ontvang 5 e-mails per dag. Sommige zijn van vrienden, sommige van kranten. |
... |
Oefening 3: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Quiero que me ______ el correo con el archivo adjunto lo antes posible.
(Ik wil dat je me de ______ met de bijlage zo snel mogelijk stuurt.)2. Es importante que ______ el archivo antes de la reunión de la tarde.
(Het is belangrijk dat je het ______ vóór de vergadering van vanmiddag.)3. Espero que ______ la respuesta del destinatario hoy mismo.
(Ik hoop dat we vandaag nog een ______ van de ontvanger krijgen.)4. Dudo que él ______ el usuario correcto para enviar esta información confidencial.
(Ik betwijfel dat hij de juiste gebruiker ______ om deze vertrouwelijke informatie te verzenden.)Oefening 5: Van het postkantoor naar e-mail
Instructie:
Werkwoordschema's
Ser - Zijn
Subjuntivo presente
- yo sea
- tú seas
- él/ella/Ud. sea
- nosotros/nosotras seamos
- vosotros/vosotras seáis
- ellos/ellas/Uds. sean
Enviar - Sturen
Subjuntivo presente
- yo envíe
- tú envíes
- él/ella/Ud. envíe
- nosotros/nosotras enviemos
- vosotros/vosotras enviéis
- ellos/ellas/Uds. envíen
Recibir - Ontvangen
Subjuntivo presente
- yo reciba
- tú recibas
- él/ella/Ud. reciba
- nosotros/nosotras recibamos
- vosotros/vosotras recibáis
- ellos/ellas/Uds. reciban
Mandar - Sturen
Subjuntivo presente
- yo mande
- tú mandes
- él/ella/Ud. mande
- nosotros/nosotras mandemos
- vosotros/vosotras mandéis
- ellos/ellas/Uds. manden
Querer - Willen
Subjuntivo presente
- yo quiera
- tú quieras
- él/ella/Ud. quiera
- nosotros/nosotras queramos
- vosotros/vosotras queráis
- ellos/ellas/Uds. quieran
Querer - Willen
Presente
- yo quiero
- tú quieres
- él/ella/Ud. quiere
- nosotros/nosotras queremos
- vosotros/vosotras queréis
- ellos/ellas/Uds. quieren
Preferir - Voorkeur geven aan
Presente
- yo prefiero
- tú prefieres
- él/ella/Ud. prefiere
- nosotros/nosotras preferimos
- vosotros/vosotras preferís
- ellos/ellas/Uds. prefieren
Oefening 6: El presente de subjuntivo: Los verbos regulares
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: De onvoltooide aanvoegende wijs: De regelmatige werkwoorden
Toon vertaling Toon antwoordenrecibamos, recibas, envíe, sea
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A2.36.2 Gramática
El presente de subjuntivo: Los verbos regulares
De onvoltooide aanvoegende wijs: De regelmatige werkwoorden
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Ser zijn Delen Gekopieerd!
Subjuntivo presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) sea | ik ben |
(tú) seas | jij bent |
(él/ella) sea | hij/zij zijn |
(nosotros/nosotras) seamos | wij zijn |
(vosotros/vosotras) seáis | jullie zijn |
(ellos/ellas) sean | zij zijn |
Enviar verzenden Delen Gekopieerd!
Subjuntivo presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) envíe | ik verzend |
(tú) envíes | jij zou verzenden |
(él/ella) envíe | hij verzend/zij verzend |
(nosotros/nosotras) enviemos | wij verzenden |
(vosotros/vosotras) enviéis | jullie verzenden |
(ellos/ellas) envíen | zij verzenden |
Recibir ontvangen Delen Gekopieerd!
Subjuntivo presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) reciba | ik ontvang |
(tú) recibas | jij ontvang |
(él/ella) reciba | hij/zij ontvangt |
(nosotros/nosotras) recibamos | wij ontvangen |
(vosotros/vosotras) recibáis | jullie ontvangen |
(ellos/ellas) reciban | zij ontvangen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.