Spaans A1 module 3: Día a día (Dag tot dag)
Dit is leermodule 3 van 6 van ons Spaans A1 leerplan. Elke leermodule bevat 6 tot 8 hoofdstukken.
Volledig leerprogramma: A1
Leerdoelen:
- Habla sobre tus actividades cotidianas. (Praat over je dagelijkse activiteiten.)
- Hacer preguntas básicas. (Basisvragen stellen.)
- Compras y adquisiciones. (Winkelen en kopen.)
Grammatica
Lesmateriaal | Audio | Acties |
---|---|---|
A1.15.4: Las conjunciones: "y, e, o, ..." De voegwoorden: "y, e, o, ..." |
|
Delen Gekopieerd! |
A1.16.4: Verbos y pronombres reflexivos Reflexieve werkwoorden en voornaamwoorden |
|
Delen Gekopieerd! |
A1.17.4: Obligaciones - "hay que, tener que, deber" Verplichtingen - "hay que, tener que, deber" |
|
Delen Gekopieerd! |
A1.18.2: Palabras interrogativas: "¿Qué?, ¿Quién?, ¿Cuál?, ..." Vragende woorden: "¿Qué?, ¿Quién?, ¿Cuál?, ..." |
|
Delen Gekopieerd! |
A1.19.3: Adverbios de cantidad: "Mucho, poco, bastante,..." Bijwoorden van hoeveelheid: "Mucho, poco, bastante, ..." |
|
Delen Gekopieerd! |
A1.20.4: Verbos con cambios de raíz: "e → i, e → ie, ..." Werkwoorden met stamverandering: "e → i, e → ie, ..." |
|
Delen Gekopieerd! |
A1.21.3: Los verbos modales: "deber, poder, querer,..." De modale werkwoorden: "deber, poder, querer, ..." |
|
Delen Gekopieerd! |
A1.22.3: El plural de los sustantivos Het meervoud van zelfstandige naamwoorden |
|
Delen Gekopieerd! |