- Gebruik y en o om woorden te verbinden.
- Gebruik "pero" om zinnen te verbinden.
- Gebruik si in bijzinconstructies.
Conjunción (voegwoord) | Uso (gebruik) | Ejemplo (Voorbeeld) |
---|---|---|
Y | conectar elementos similares (elementen van gelijke aard verbinden) | Huevos y pan (Eieren en brood) |
E | Café e infusiones (Koffie e infusies) | |
O | ofrecer alternativas u opciones (alternatieven of opties aanbieden) | Agua o té (Water of thee) |
U | Pan u otra cosa (Brood of iets anders) | |
Pero | mostrar contraste o excepción (contrast of uitzondering tonen) | El queso sí pero la leche no (De kaas wel maar de melk niet) |
Si | introducir una condición (een voorwaarde introduceren) | Si tienes sal podemos cocinar. (Als je zout hebt, kunnen we koken.) |
Uitzonderingen!
- Gebruik e in plaats van y vóór woorden die beginnen met i- of hi-. Bijvoorbeeld: e infusiones.
- Gebruik u in plaats van o met woorden die beginnen met o- of ho-. Bijvoorbeeld: u otra cosa.
Oefening 1: Las conjunciones: "Y, e, o, ..."
Instructie: Vul het juiste woord in.
o, y, u, porque, pero, Si, e
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Para el desayuno tomé café ___ tostadas.
(Voor het ontbijt nam ik koffie ___ toast.)2. Quiero arroz ___ infusiones para la merienda.
(Ik wil rijst ___ infusies voor het tussendoortje.)3. ¿Prefieres agua ___ té para beber?
(Wil je water ___ thee om te drinken?)4. ¿Quieres pan ___ otra cosa con la sopa?
(Wil je brood ___ iets anders bij de soep?)5. Me gusta el queso ___ no la leche.
(Ik hou van kaas ___ niet van melk.)6. ___ tienes sal, podemos cocinar juntos.
(___ je zout hebt, kunnen we samen koken.)