10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.15.2 De voegwoorden ("y, o,...")

Conjuncties verbinden woorden of zinnen in een zin. Bijvoorbeeld: "y, o, pero..."

Gramática: Las conjunciones ("y, o,...")

A1 Spaans Basic conjunctions (and, or)

Niveau: A1

Module 3: Día a día (Dag tot dag)

Les 15: Alimentación diaria (Dagelijks eten)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio with translations
Audio with translations

  1. Gebruik "y" en "o" om woorden samen te voegen.
  2. Gebruik "pero" en "porque" om zinnen te verbinden.
  3. Gebruik "si" en "aunque" in ondergeschikte zinnen.
ConjunciónUsoEjemplo
y (en)conectar elementos similaresHuevos y pan (Eieren en brood)
e (en)Café e infusiones (Koffie en thee)
o (of)ofrecer alternativas u opcionesAgua o (Water of thee)
u (u)Pan u otra cosa (Brood of iets anders)
pero (maar)mostrar contraste o excepciónEl queso sí pero la leche no (De kaas wel maar de melk niet)
porque (omdat)explicar razón o causa    El té no porque prefiero el café (De thee niet omdat ik de voorkeur geef aan koffie)
si (ja)introducir una condiciónSi tienes sal podemos cocinar. (Als je zout hebt, kunnen we koken.)
aunque (hoewel)introducir una concesión o contrasteAunque es saludable no bebo agua. (Hoewel het gezond is, drink ik geen water.)

Uitzonderingen!

  1. Gebruik "e" in plaats van "y" vóór woorden die beginnen met "i-" of "hi-". Bijvoorbeeld: "e infusiones".
  2. Gebruik u in plaats van o met woorden die beginnen met "o-" of "ho-". Bijvoorbeeld: "u otra cosa".

Oefening 1: De voegwoorden ("y, o,...")

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

u, porque, o, e, pero, Si, y, Aunque

1. Prefiero la tostada sin sal ... es más saludable.

Prefiero la tostada sin sal porque es más saludable.
(Ik heb liever toast zonder zout omdat het gezonder is.)

2. Ella bebe café ... come pan.

Ella bebe café y come pan.
(Zij drinkt koffie en eet brood.)

3. ¿Prefieres manzanas ... naranjas?

¿Prefieres manzanas o naranjas?
(Heb je liever appels of sinaasappels?)

4. ... compras pan, compra queso también, por favor.

Si compras pan, compra queso también, por favor.
(Als je brood koopt, koop dan ook kaas, alsjeblieft.)

5. ... no le gusta el café, hoy bebe uno.

Aunque no le gusta el café, hoy bebe uno.
(Hoewel hij niet van koffie houdt, drinkt hij er vandaag toch een.)

6. Puedes beber té ... otra bebida.

Puedes beber té u otra bebida.
(Je kunt thee of een ander drankje drinken.)

7. No es bueno comer ... ir a dormir directamente.

No es bueno comer e ir a dormir directamente.
(Het is niet goed om te eten en dan direct naar bed te gaan.)

8. Me gusta la leche en el café ... no en el té.

Me gusta la leche en el café pero no en el té.
(Ik houd van melk in koffie maar niet in thee.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. Pero
(Maar)
2. O
(Of)
3. Y
(En)
4. E
(En)
5. Porque
(Omdat)
6. U
(Of)
7. Si
(Als)
8. Aunque
(Hoewel)