- "Mucho" y "poco" como adverbios veranderen niet van hun vorm.
- "Mucho" en "poco" als adjectieven passen zich aan het aantal en geslacht van het zelfstandig naamwoord aan.
- Het bijwoord "bastante" verandert niet van vorm wanneer het gecombineerd wordt met bijvoeglijke naamwoorden.
- Het bijwoord "nada" verandert niet van vorm.
Adverbios de cantidad (Bijwoorden van hoeveelheid) | Ejemplos (Voorbeelden) |
---|---|
Mucho
| Tengo mucho dinero. (Ik heb veel geld.) Tú tienes muchas tarjetas (Jij hebt veel kaarten). |
Poco
| Ana tiene poco dinero. (Ana heeft weinig geld.) Paco visita pocas tiendas. (Paco bezoekt weinig winkels.) |
Bastante | Este vino es bastante caro. (Deze wijn is tamelijk duur.) |
Nada | No quiero comprar nada. (Ik wil niets kopen.) |
Oefening 1: Adverbios de cantidad: "Mucho, poco, bastante,..."
Instructie: Vul het juiste woord in.
poco, muchas, pocos, nada, mucha, mucho, bastante
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Tengo _____ dinero para comprar esta camisa.
(Ik heb _____ geld om dit overhemd te kopen.)2. Esta tienda _____ billetes y monedas antiguas.
(Deze winkel _____ oude biljetten en munten.)3. El vestido _____ poco porque tiene un descuento.
(De jurk _____ weinig omdat er een korting is.)4. _____ con tarjeta cuando compro en esta tienda.
(_____ met kaart als ik in deze winkel koop.)5. No quiero comprar _____ porque es muy caro.
(Ik wil _____ kopen omdat het erg duur is.)6. Este euro vale _____ más que una peseta.
(Deze euro is _____ meer waard dan een peseta.)