10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.19.2 Bijwoorden van hoeveelheid

Hoeveelheidsbijwoorden worden gebruikt om te praten over de geschatte hoeveelheid dingen.

Gramática: Adverbios de cantidad

A1 Spaans Bijwoorden van hoeveelheid

Niveau: A1

Module 3: Día a día (Dag tot dag)

Les 19: Precios y dinero (Prijzen en geld)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio with translations
Audio with translations

  1. "Mucho" y "poco" como adverbios veranderen niet van hun vorm.
  2. "Mucho" en "poco" als adjectieven passen zich aan het aantal en geslacht van het zelfstandig naamwoord aan.
  3. Het bijwoord "bastante" verandert niet van vorm wanneer het gecombineerd wordt met bijvoeglijke naamwoorden.
  4. Het bijwoord "nada" verandert niet van vorm.
Adverbios de cantidadEjemplos

mucho

 

Tengo mucho dinero. (Ik heb veel geld.)

Tú tienes muchas tarjetas (Jij hebt veel kaarten).

poco

 

Ana tiene poco dinero. (Ana heeft weinig geld.)

Paco visita pocas tiendas. (Paco bezoekt weinig winkels.)

bastanteEste vino es bastante caro. (Deze wijn is tamelijk duur.)
nadaNo quiero comprar nada. (Ik wil niets kopen.)

Oefening 1: Bijwoorden van hoeveelheid

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

mucha, mucho, pocos, muchas, bastante, poco, nada

1. Tengo ... euros en mi bolsillo.

Tengo pocos euros en mi bolsillo.
(Ik heb weinig euro's in mijn zak.)

2. Esto no cuesta ....

Esto no cuesta nada.
(Dit kost niets.)

3. Tengo ... energía.

Tengo mucha energía.
(Ik heb veel energie.)

4. Tengo ... amigas.

Tengo muchas amigas.
(Ik heb veel vriendinnen.)

5. Este precio es ... alto.

Este precio es bastante alto.
(Deze prijs is nogal hoog.)

6. En esta tienda no hay ... interesante.

En esta tienda no hay nada interesante.
(In deze winkel is er niets interessants.)

7. Esto es ... efectivo.

Esto es poco efectivo.
(Dit is niet erg effectief.)

8. Pago ... por esta ropa.

Pago mucho por esta ropa.
(Ik betaal veel voor deze kleding.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. Poco
(Weinig)
2. Bastante
(Aardig)
3. Mucho
(Veel)
4. Mucha
(Veel)
5. Muchas
(Veel)
6. Pocos
(Weinig)
7. Nada
(Niets)