10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.22.2 Het meervoud van zelfstandige naamwoorden

We leren het meervoud van zelfstandige naamwoorden te herkennen en te vormen.

Gramática: El plural de los sustantivos

A1 Spaans Noun agreement plural

Niveau: A1

Module 3: Día a día (Dag tot dag)

Les 22: Partes del cuerpo (Lichaamsdelen)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio with translations
Audio with translations

  1. Het meervoud van een zelfstandig naamwoord wordt gevormd door "-s" of "-es" toe te voegen.
  2. Het lidwoord geeft ons ook aan of het zelfstandig naamwoord enkelvoud of meervoud is.
Singular Plural 
(a, e, i, o, u)El cuello (De nek)+ "s"Los cuellos (De halzen)
Vocal acentuadaEl pie (De voet)+ "s"Los pies (De voeten)
ConsonanteEl corazón (Het hart)+ "es"Los corazones (De harten)
"z"La nariz (De neus)→ "c" + "es"Las narices (De neuzen)
"s"El iris (De iris)/Los iris (De irissen)

Uitzonderingen!

  1. Zelfstandige naamwoorden die eindigen op "-z" zijn onregelmatig en veranderen in "-c" in het meervoud: La nariz / Las narices
  2. Enkele zelfstandige naamwoorden verliezen het accent in het meervoud. Voorbeeld: El pulmón / Los pulmones
  3. Sommige zelfstandige naamwoorden zijn in het enkelvoud en meervoud gelijk. Voorbeeld: El iris / Los iris

Oefening 1: Het meervoud van zelfstandige naamwoorden

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

cuellos, cuerpos, manos, narices, pies, cabezas, ojos, brazos, orejas, bocas, pelos, piernas

1. La oreja: : Las ...

: Las orejas
(De oren)

2. El ojo: : Los ...

: Los ojos
(De ogen)

3. La boca: : Las ...

: Las bocas
(De monden)

4. El brazo: : Los ...

: Los brazos
(De armen)

5. El cuello: : Los ...

: Los cuellos
(De halzen)

6. El cuerpo: : Los ...

: Los cuerpos
(De lichamen)

7. La nariz: : Las ...

: Las narices
(De neuzen)

8. La cabeza: : Las ...

: Las cabezas
(De hoofden)

9. La pierna: : Las ...

: Las piernas
(De benen)

10. La mano: : Las ...

: Las manos
(De handen)

11. El pelo: : Los ...

: Los pelos
(De haren)

12. El pie: : Los ...

: Los pies
(De voeten)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. Piernas
(De benen)
2. Pelos
(De haren)
3. Brazos
(De armen)
4. Cabezas
(De hoofden)
5. Cuellos
(De kragen)
6. Narices
(Neuzen)
7. Manos
(De handen)
8. Pies
(Voeten)