Verkleinwoorden in het Spaans

Spaans

In deze les zullen we leren hoe we Spaanse verkleinwoorden kunnen vormen en wanneer we ze moeten gebruiken.

Wat zijn verkleinwoorden?

Verkleinwoorden worden gebruikt om een gevoel van vertrouwdheid uit te drukken of aan te geven dat iets klein is. 

  • Me encanta ver a los pajaritos volando. (Ik vind het geweldig om de kleine vogeltjes te zien vliegen.)
  • El bebé está durmiendo en su cunita. (De baby slaapt in zijn kleine wiegje.)
  • Mi hermanito siempre me sigue a todas partes. (Mijn kleine broertje volgt me altijd overal.)

Verkleinwoorden in het Spaans

Verkleinwoorden worden gevormd door het achtervoegsel "-ito" toe te voegen aan een zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord.

Hoe verkleinwoorden te vormen

Verkleinwoorden worden vaak gevormd van zelfstandige naamwoorden.

Zelfstandig Naamwoord Spaans Nederlands
El pajaro (de vogel) El pajarito De kleine vogel
La cuna (het wiegje) La cunita Het kleine wiegje

Verkleinwoorden kunnen ook gevormd worden uit een bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord Spaans Nederlands
Suave (zacht) Suavecito Zacht
Pequeña (klein) Pequeñita Klein

Houd er rekening mee dat verkleinwoorden overeenkomen met het geslacht en aantal van het woord waaraan ze zijn bevestigd. 

Vertrouwdheid uitdrukken

Verkleinwoorden kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Het eerste gebruik is om uit te drukken dat iets  vertrouwd of gewoon voor ons is.

Zelfstandig Naamwoord Spaans Nederlands
Charla (gesprek) Siempre disfruto de nuestras charlitas. Ik geniet altijd van onze kleine gesprekjes.
Bar (bar) ¿Recuerdas aquel barecito de la esquina? Herinner je die kleine bar op de hoek?

Het vorige voorbeeld is een uitzondering op de regel. Het achtervoegsel moest worden aangepast door twee extra letters toe te voegen.
Bar (Bar) Barecito (Kleine bar)

Genegenheid uitdrukken

Verkleinwoorden kunnen worden gebruikt om genegenheid te tonen voor iets of iemand. 

Zelfstandig Naamwoord Spaans Nederlands
Abuela (oma) Echo de menos a mi abuelita. Ik mis mijn omaatje.
Cachorro (puppy)  ¡Qué cachorrito tan bonito! Wat een schattige puppy!

In het Nederlands is het gebruikelijk om aan het einde van het woord de letter “tje” toe te voegen in dat geval.

Kleinere grootte uitdrukken

Daarnaast kunnen verkleinwoorden worden gebruikt om aan te geven dat iets klein.

Zelfstandig Naamwoord Spaans Nederlands
Vaso (glas) ¿Me podrías dar dos vasitos de agua, por favor? Kun je mij twee kleine glaasjes water geven, alstublieft?
Trozo (stuk) Me gustaría probar un trocito de pastel. Ik zou graag een klein stukje taart willen proberen.

Let op dat letters in een woord kunnen veranderen wanneer je het achtervoegsel van het verkleinwoord toevoegt.
Trozo (Stuk) Trocito (Klein stukje)

Minder intensiteit uitdrukken

Verkleinwoorden kunnen worden gebruikt om aan te tonen dat iets minder intensiteit of belang heeft dan iets anders. 

Zelfstandig Naamwoord Spaans Nederlands 
Caída (val) Fue una caidita sin importancia. Het was een klein valletje zonder belang. 
Problema (probleem) No te preocupes por ese problemita, todo se solucionará. Maak je geen zorgen over dat klein probleempje, alles wordt opgelost.

Verkleinwoorden versus woorden met vergelijkbare eindes (bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige naamwoorden, voltooide deelwoorden)

Er zijn Spaanse woorden die niet verkleinwoorden zijn maar dezelfde eindes delen. Het is belangrijk om ze te leren om verwarring te voorkomen.

Woordtype Spaans Nederlands 
Voltooid deelwoord

Te he escrito una carta.

Ik heb je een brief geschreven.
Bijvoeglijk naamwoord La cena estuvo exquisita. Het diner was voortreffelijk.
Zelfstandig Naamwoord El mito del monstruo del lago Ness es muy famoso. De mythe van het monster van Loch Ness is zeer beroemd.

Verkleinwoorden worden veel gebruikt in alledaagse gesprekken in Spaanstalige landen, vooral tijdens informele gesprekken. Het type verkleinwoorden kan verschillen afhankelijk van het land of de regio. 

 

Belangrijkste leerpunten

Hier is een korte samenvatting van deze les.

  1. Verkleinwoorden worden gevormd door het achtervoegsel "|-ito" toe te voegen aan een zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord.| Het achtervoegsel komt overeen met het geslacht en aantal van het woord waaraan ze zijn bevestigd.
  2. Verkleinwoorden kunnen |vertrouwdheid, genegenheid, kleinere grootte of mindere intensiteit| van iets uitdrukken.
  3. Ze moeten niet worden verward met |andere woorden die eindigen op "-ito"|, zoals zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden of voltooide deelwoorden.

Abonneer je op onze sociale mediakanalen om gratis dagelijkse oefeningen te krijgen!