Directe voornaamwoorden in het Spaans Delen Gekopieerd!
Spaans
In de les van vandaag gaan we leren over directe voornaamwoorden in het Spaans. Laten we beginnen!
Wat is een direct voornaamwoord?
Een direct voornaamwoord is een type voornaamwoord dat een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord in een zin vervangt.
- Os necesitamos en la reunión. (We hebben jullie nodig bij de vergadering.)
- Ellos nos invitaron al concierto. (Zij hebben ons uitgenodigd voor het concert.)
- Lo compré ayer. (Ik heb het gisteren gekocht.)
Hoe gebruik je directe voornaamwoorden in het Spaans
Directe voornaamwoorden voor het werkwoord
Directe voornaamwoorden kunnen voor het werkwoord als afzonderlijke woorden worden geplaatst.
Oorspronkelijke zin | Spaans | Nederlands |
---|---|---|
Veo el libro. (Ik zie het boek.) | Lo veo. | Ik zie het. |
Ella come la fruta. (Zij eet het fruit.) | Ella la come. | Zij eet het. |
Directe voornaamwoorden na het werkwoord
Er zijn gevallen waarbij het voornaamwoord vastgeplakt wordt aan het einde van het werkwoord. Er zijn drie verschillende gebruikscases.
Na het werkwoord: een bevel geven (imperatief)
Het voornaamwoord en werkwoord worden gecombineerd wanneer men een bevel geeft aan iemand.
Oorspronkelijke zin | Spaans | Nederlands |
Limpia tu habitación. (Maak je kamer schoon.) | Límpiala. | Maak het schoon. |
Lava los platos. (Was de borden.) | Lávalos. | Was ze. |
Na het werkwoord: infinitief
Bij gebruik van de infinitief vorm van een werkwoord, wordt het directe voornaamwoord aan het einde vastgemaakt.
Oorspronkelijke zin | Spaans | Nederlands |
Quiero comprar el vestido. (Ik wil de jurk kopen.) | Quiero comprarlo. | Ik wil het kopen. |
Necesito estudiar la lección. (Ik moet de les leren.) | Necesito estudiarla. | Ik moet het leren. |
Na het werkwoord: deelwoord
Het werkwoord en voornaamwoord worden gecombineerd bij gebruik van een deelwoord.
Oorspronkelijke zin | Spaans | Nederlands |
Estoy buscando las llaves. (Ik zoek de sleutels.) | Estoy buscándolas. | Ik zoek ze. |
Estaba escribiendo una carta. (Ik was een brief aan het schrijven.) | Estaba escribiéndola. | Ik was het aan het schrijven. |
Afhankelijk van het gebruik kunnen directe voornaamwoorden voor of na het werkwoord worden geplaatst.
Lijst van directe voornaamwoorden
Het is belangrijk om directe voornaamwoorden niet te verwarren met meewerkend voorwerp voornaamwoord.
Enkelvoudige directe voornaamwoorden
We beginnen met enkelvoudige directe voornaamwoorden:
Lijdend voorwerp (enkelvoud) | Spaans | Nederlands |
---|---|---|
Me (Mij) | Me llamó ayer. | Hij belde mij gisteren. |
Te (Jou) | Te vi en el mercado. | Ik zag jou op de markt. |
Lo (Het of Hem) | Lo compró en la tienda. | Zij kocht het in de winkel. |
La (Het of Haar) | La llamé hace poco. | Ik belde haar onlangs. |
Meervoudige directe voornaamwoorden
Laten we doorgaan met de meervoudige vormen van directe voornaamwoorden:
Lijdend voorwerp (meervoud) | Spaans | Nederlands |
---|---|---|
Nos (Ons) | Nos avisaron tarde. | Ze vertelden ons laat. |
Os (Jullie) | Os veo mañana. | Ik zie jullie morgen. |
Los (Hen) | No los toques. | Raak hen niet aan. |
Las (Hen) | Las vimos en el parque. | We zagen hen in het park. |
Luisteroefening
In dit dialoog zullen we de directe voornaamwoorden in het Spaans in de praktijk brengen.
María: | ¿Hiciste la tarea de literatura? | Heb je het literatuur huiswerk gedaan? |
Daniel: | Sí, la hice esta mañana. | Ja, ik heb het vanochtend gedaan. |
María: | ¿Y las tareas de ciencias? | En de wetenschappelijke opdrachten? |
Daniel: | No las he hecho todavía, pero las haré después. | Ik heb ze nog niet gedaan, maar ik zal ze later doen. |
María: | ¿Nos ayudas a estudiar para el examen? | Kun je ons helpen studeren voor het examen? |
Daniel: | Sí, os ayudaré esta tarde. | Ja, ik zal jullie vanmiddag helpen. |
María: | ¡Gracias! Te lo agradecemos mucho. | Bedankt! We waarderen het zeer. |
Directe voornaamwoorden beantwoorden de vraag "wat" of "wie" in relatie tot het werkwoord.
Belangrijkste leerpunten
Hier is een korte samenvatting van deze les.
- Een direct voornaamwoord is een type voornaamwoord dat een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord vervangt in een zin.
- Directe voornaamwoorden beantwoorden de vraag "wat" of "wie" in relatie tot het werkwoord.
- Directe voornaamwoorden kunnen voor of na het werkwoord geplaatst worden.
Abonneer je op onze sociale mediakanalen om gratis dagelijkse oefeningen te krijgen!