Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (18) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Classificeer de volgende woorden volgens het type emotie dat ze uitdrukken: positief of negatief.
Emociones positivas
Emociones negativas
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Mal
Slecht
2
Sonreír
Glimlachen
3
Deprimido
Deprimido
4
Enfadarse
Boos worden
5
Asustado
Bang
Ejercicio 5: Ejercicio de conversación
Instrucción:
- ¿Cuál es la emoción en cada imagen? (Wat is de emotie in elke afbeelding?)
- Pregunta a la persona a tu lado cómo se siente. (Vraag aan de persoon naast je hoe hij of zij zich voelt.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
El niño en la primera imagen está feliz. De jongen op de eerste foto is blij. |
La chica se siente cansada. Het meisje voelt zich moe. |
Ella está muy enfadada. Zij is erg boos. |
¿Cómo te sientes? Hoe voel je je? |
Estoy tranquilo y feliz. Ik ben rustig en gelukkig. |
Estoy un poco cansado. Ik ben een beetje moe. |
... |
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Me ______ feliz cuando trabajo con mis amigos.
(Ik ______ me gelukkig wanneer ik met mijn vrienden werk.)2. Tú ______ bien mis emociones.
(Jij ______ mijn emoties goed.)3. Ella ______ cansada después del trabajo.
(Zij ______ zich moe na het werk.)4. Nosotros ______ que estás nervioso por la reunión.
(Wij ______ dat je nerveus bent voor de vergadering.)Oefening 8: Gevoelens op het werk en thuis
Instructie:
Werkwoordschema's
Sentirse - Zich voelen
Presente
- Yo me siento
- Tú te sientes
- Él/Ella/Usted se siente
- Nosotros nos sentimos
- Vosotros os sentís
- Ellos/Ellas/Ustedes se sienten
Entender - Begrijpen
Presente
- Yo entiendo
- Tú entiendes
- Él/Ella/Usted entiende
- Nosotros entendemos
- Vosotros entendéis
- Ellos/Ellas/Ustedes entienden
Oefening 9: Diferencia entre Ser vs Estar
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Verschil tussen Ser vs Estar
Toon vertaling Toon antwoordeneres, soy, están, estoy, estáis, es, sois, estamos
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Sentirse zich voelen Delen Gekopieerd!
Presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) me siento | ik voel me |
(tú) te sientes | jij voelt je |
(él/ella) se siente | hij/zij voelt zich |
(nosotros/nosotras) nos sentimos | wij voelen ons |
(vosotros/vosotras) os sentís | jullie voelen je |
(ellos/ellas) se sienten | zij voelen zich |
Entender begrijpen Delen Gekopieerd!
Presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) entiendo | ik begrijp |
(tú) entiendes | jij begrijpt |
(él/ella) entiende | hij/zij begrijpt |
(nosotros/nosotras) entendemos | wij begrijpen |
(vosotros/vosotras) entendéis | jullie begrijpen |
(ellos/ellas) entienden | zij begrijpen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.