Sentirse (zich voelen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Sentirse (zich voelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Sentirse - Vervoeging van Zich voelen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Sentirse (zich voelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Emociones y sentimientos (Emoties en gevoelens)

Vervoeging van zich voelen in de tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
(yo) me siento ik voel me
(tú) te sientes jij voelt je
(él/ella) se siente hij/zij voelt zich
(nosotros/nosotras) nos sentimos wij voelen ons
(vosotros/vosotras) os sentís jullie voelen je
(ellos/ellas) se sienten zij voelen zich

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo me siento feliz cuando sonrío. Ik voel me gelukkig als ik glimlach.
Tú te sientes nervioso antes del examen. Jij voelt je nerveus voor het examen.
Él se siente triste y quiere descansar. Hij voelt zich verdrietig en wil uitrusten.
Nos sentimos contentos con la noticia. We voelen ons blij met het nieuws.
Vosotros os sentís cansados después de estudiar. Jullie voelen je moe na het studeren.
Ellos se sienten sorprendidos por el regalo. Ze voelen zich verrast door het cadeau.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

nos sentimos, te sientes, os sentís, me siento, se siente, se sienten

1.
Vosotros ... cansados después de estudiar.
(Jullie voelen je moe na het studeren.)
2.
Ellos ... sorprendidos por el regalo.
(Ze voelen zich verrast door het cadeau.)
3.
Yo ... feliz cuando sonrío.
(Ik voel me gelukkig als ik glimlach.)
4.
Él ... triste y quiere descansar.
(Hij voelt zich verdrietig en wil uitrusten.)
5.
... contentos con la noticia.
(We voelen ons blij met het nieuws.)
6.
Tú ... nervioso antes del examen.
(Jij voelt je nerveus voor het examen.)