Ponerse (aantrekken) - Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Ponerse - Vervoeging van aantrekken in het Spaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs (Pretérito imperfecto, indicativo).
Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Ponerse (aantrekken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Estilos de ropa y moda (Kledingstijlen en mode)
Conjugatie van aantrekken in de onvoltooid verleden tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
yo me ponía | ik trok aan |
tú te ponías | jij trok aan |
él/ella se ponía | hij/zij trok aan |
nosotros/nosotras nos poníamos | wij trokken aan |
vosotros/vosotras os poníais | jullie trokken aan |
ellos/ellas se ponían | zij trokken aan |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Me ponía la cazadora antes de salir. | Ik trok mijn jas aan voordat ik wegging. |
Te ponías la blusa antigua a menudo. | Je droeg vaak de oude blouse. |
Se ponía la gorra de moda por la tarde. | Hij droeg de modieuze pet in de middag. |
Nos poníamos los calcetines coloridos. | Wij trokken de kleurrijke sokken aan. |
Os poníais la ropa interior cómoda. | Jullie droegen comfortabel ondergoed. |
Se ponían las bragas elegantes para la fiesta. | Ze droegen de elegante slipjes voor het feest. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
me ponía, te ponías, se ponía, nos poníamos, os poníais, se ponían
1.
... la blusa antigua a menudo.
(Je droeg vaak de oude blouse.)
2.
... la gorra de moda por la tarde.
(Hij droeg de modieuze pet in de middag.)
3.
... los calcetines coloridos.
(Wij trokken de kleurrijke sokken aan.)
4.
... la ropa interior cómoda.
(Jullie droegen comfortabel ondergoed.)
5.
... la cazadora antes de salir.
(Ik trok mijn jas aan voordat ik wegging.)
6.
... las bragas elegantes para la fiesta.
(Ze droegen de elegante slipjes voor het feest.)