Correr (rennen) - Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Correr (rennen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Correr - Vervoeging van rennen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de verleden tijd, indicatief. (Pretérito indefinido, indicativo).

Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Correr (rennen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Deportes y ejercicio (Sport en beweging)

Verleden tijd van rennen in de Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
yo corrí ik rende
tú corriste jij rende
él/ella corrió hij rende
nosotros/nosotras corrimos wij renden
vosotros/vosotras corristeis jullie renden
ellos/ellas corrieron zij renden

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands