Deportes y ejercicio
Leerdoelen:
- Aprende los deportes (Leer de sporten)
- Habla sobre los deportes que practicas (Praat over de sporten die je beoefent)
- Adverbios de tiempo (frecuencia y duración) (Tijdsbepalingen (frequentie en duur))
- Real Madrid y Barça: el fútbol español (Real Madrid en Barça: het Spaanse voetbal)
Leermodule 6 (A1): La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Luistermateriaal
Video, audio, oefeningen en werkbladen beschikbaar.
A1.40.1 Diálogo: ¿Qué deporte te gusta?
A1.40.1 Welke sport vind jij leuk?
Pedro y Ana hablan sobre sus deportes favoritos. A Pedro le gusta correr y hacer ciclismo, mientras que Ana ama la natación y jugar al baloncesto.
(Pedro en Ana praten over hun favoriete sporten. Pedro houdt van hardlopen en fietsen, terwijl Ana van zwemmen en basketballen houdt.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
A1.40.2 Gramática: Adverbios de tiempo (frecuencia y duración)
A1.40.2 Tijdsbepalingen (frequentie en duur)
(Inleiding tot de bijwoorden van tijd die de frequentie en de duur van iets in het Spaans aangeven.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
A1.40.3 Cuento corto: Juan y el deporte
A1.40.3 Juan en sport
Juan disfruta de muchos deportes y ejercicios. A veces juega al fútbol, corre o nada. Su vida es activa y llena de energía.
(Juan geniet van veel sporten en oefeningen. Soms speelt hij voetbal, rent of zwemt hij. Zijn leven is actief en vol energie.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
A1.40.4 Cultura: Real Madrid y Barça: el fútbol español
A1.40.4 Real Madrid en Barça: het Spaanse voetbal
El Real Madrid y el Barça son dos equipos de fútbol famosos en todo el mundo. Su rivalidad es intensa y sus partidos emocionan a millones de personas.
(Real Madrid en Barça zijn twee beroemde voetballteams over de hele wereld. Hun rivaliteit is intens en hun wedstrijden boeien miljoenen mensen.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten