10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A2.26: Sollicitatiegesprek

Entrevista de trabajo

A2.26: Sollicitatiegesprek

Leerdoelen:

  • Realizar una entrevista de trabajo (Het voeren van een sollicitatiegesprek)
  • Complemento indirecto (Meewerkend voorwerp)
  • Los pronombres de objeto indirecto (De meewerkend voorwerp voornaamwoorden)
  • "El Método": Una Entrevista Mortal ("El Método: Una Entrevista Mortal")

Leermodule 4 (A2): Trabajar y estudiar (Werk en studie)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten

Werkwoordvervoegingstabellen

Preparar (voorbereiden)

Oefeningen en voorbeeldzinnen

  • yo he preparado ik heb voorbereid
  • tú has preparado jij hebt voorbereid
  • él/ella ha preparado hij heeft voorbereid
  • nosotros/nosotras hemos preparado wij hebben voorbereid
  • vosotros/vosotras habéis preparado jullie hebben voorbereid
  • ellos/ellas han preparado zij hebben voorbereid

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

Preparar (Pretérito perfecto, indicativo)

1. Nosotras ... todo para el evento.

Nosotras hemos preparado todo para el evento.
(Wij hebben alles voorbereid voor het evenement.)

2. Ella ... la presentación para la reunión.

Ella ha preparado la presentación para la reunión.
(Zij heeft de presentatie voor de vergadering voorbereid.)

3. Tú ... la comida para la excursión.

Tú has preparado la comida para la excursión.
(Jij hebt de maaltijd voor de excursie voorbereid.)

4. Yo ... la maleta para viajar mañana.

Yo he preparado la maleta para viajar mañana.
(Ik heb de koffer voorbereid om morgen te reizen.)

5. Ellos ... todo para la fiesta sorpresa.

Ellos han preparado todo para la fiesta sorpresa.
(Zij hebben alles voorbereid voor het verrassingsfeest.)

6. Vosotras ... la lista de actividades para la semana.

Vosotras habéis preparado la lista de actividades para la semana.
(Jullie hebben de activiteitenlijst voor de week voorbereid.)