A2.20: Familie-uitje naar de dierentuin

Viaje familiar al zoológico

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

Woordenschat (18)

 El desierto: De woestijn (Spaans)

El desierto

Show

De woestijn Show

 Admirar (bewonderen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Admirar

Show

Bewonderen Show

 Alejarse (zich verwijderen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Alejarse

Show

Zich verwijderen Show

 Fascinante: Fascinerend (Spaans)

Fascinante

Show

Fascinerend Show

 La selva: De jungle (Spaans)

La selva

Show

De jungle Show

 África: Afrika (Spaans)

África

Show

Afrika Show

 Salvaje: wild (Spaans)

Salvaje

Show

Wild Show

 El elefante: De olifant (Spaans)

El elefante

Show

De olifant Show

 El búho: De uil (Spaans)

El búho

Show

De uil Show

 La especie: De soort (Spaans)

La especie

Show

De soort Show

 El león: de leeuw (Spaans)

El león

Show

De leeuw Show

 La jirafa: De giraf (Spaans)

La jirafa

Show

De giraf Show

 El tigre: De tijger (Spaans)

El tigre

Show

De tijger Show

 El mono: de aap (Spaans)

El mono

Show

De aap Show

 El paisaje: het landschap (Spaans)

El paisaje

Show

Het landschap Show

 La flora: De flora (Spaans)

La flora

Show

De flora Show

 La fauna: De fauna (Spaans)

La fauna

Show

De fauna Show

 Comprar una entrada: Een ticket kopen (Spaans)

Comprar una entrada

Show

Een ticket kopen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 2: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Vamos a admirar al elefante que está a la derecha (Laten we de olifant bewonderen die rechts staat)
El león salvaje vive en la selva africana (De wilde leeuw leeft in de Afrikaanse jungle)
La jirafa come hojas de los árboles muy altos (De giraf eet bladeren van heel hoge bomen)
En el desierto vimos un búho que descansaba bajo una piedra (In de woestijn zagen we een uil die onder een steen uitrustte.)

Oefening 3: Clusteren van woorden

Instructie: Sleep elk woord naar de categorie die overeenkomt met de context van een familievakantie naar de dierentuin.

Animales que puedes ver en el zoológico

Tipos de paisajes naturales

Oefening 4: Uso de ya, todavía y todavía no

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Gebruik van ya, todavía en todavía no

Toon vertaling Toon antwoorden

Todavía no, Ya, todavía, ya, Todavía

1. Acción no ocurrida:
: ¿... fuiste al parque con tu familia?
(Ben je nog niet naar het park geweest met je familie?)
2. Acción continua:
: ... vemos jirafas en esa región.
(We zien nog steeds giraffen in die regio.)
3. Acción completada:
: ¿... admiraste la fauna del zoológico?
(Heb je de dieren in de dierentuin al bewonderd?)
4. Hecho reciente:
: El guía ... ha explicado todas las especies
(De gids heeft alle soorten al uitgelegd)
5. Acción completada:
: ¿... has visto el león en la selva?
(Heb je de leeuw in het bos al gezien?)
6. Acción continua:
: No, ... estoy admirando al elefante.
(Nee, ik bewonder nog steeds de olifant.)
7. Acción completada:
: Mi hermano ... describió el paisaje africano.
(Mijn broer heeft het Afrikaanse landschap al beschreven.)
8. Hecho receinte:
: Los niños ... se han alejado del desierto.
(De kinderen zijn al van de woestijn weg.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.20.2 Gramática

Uso de ya, todavía y todavía no

Gebruik van ya, todavía en todavía no


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Ser zijn

Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
(yo) fui ik was
(tú) fuiste jij was
(él/ella) fue hij/zij was
(nosotros/nosotras) fuimos wij waren
(vosotros/vosotras) fuisteis jullie waren
(ellos/ellas) fueron zij waren

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Ver zien

Pretérito imperfecto

Spaans Nederlands
(yo) veía ik zag
(tú) veías jij zag
(él/ella) veía hij/zij zag
(nosotros/nosotras) veíamos wij zagen
(vosotros/vosotras) veíais jullie zagen
(ellos/ellas) veían zij zagen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Describir beschrijving

Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
(yo) describí ik beschreef
(tú) describiste jij beschreef
(él/ella) describió hij/zij beschreef
(nosotros/nosotras) describimos wij beschreven
(vosotros/vosotras) describisteis jullie beschreven
(ellos/ellas) describieron zij beschrijven

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏