Spaans A2.20: Een speciaal cadeau kopen

Comprar un regalo especial

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

Woordenschat (12)

 La rosa: De roos (Spaans)

La rosa es un regalo bonito ni caro.

Show

De roos is een mooi en niet duur cadeau. Show

La rosa

Show

De roos Show

 La margarita: De margriet (Spaans)

Regalé la margarita en la tienda de regalos.

Show

Ik gaf de margriet in de cadeauwinkel. Show

La margarita

Show

De margriet Show

 Plantar (planten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vosotras plantáis rosas y margaritas juntas.

Show

Jullie planten rozen en margrieten samen. Show

Plantar

Show

Planten Show

 El tulipán: De tulp (Spaans)

Así como el tulipán, compraré una rosa.

Show

Net zoals de tulp, zal ik een roos kopen. Show

El tulipán

Show

De tulp Show

 El ramo de flores: De bos bloemen (Spaans)

Ni sabía que el ramo de flores es tan bonito.

Show

Ik wist niet dat het boeket bloemen zo mooi is. Show

El ramo de flores

Show

De bos bloemen Show

 La floristería: De bloemenwinkel (Spaans)

¿Quieres visitar la floristería mañana?

Show

Wil je morgen de bloemenwinkel bezoeken? Show

La floristería

Show

De bloemenwinkel Show

 Bonito: Mooi (Spaans)

La floristería bonitita atrae a muchos clientes.

Show

Het schattige bloemenwinkeltje trekt veel klanten aan. Show

Bonito

Show

Mooi Show

 Regalar (schenken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ellos regalan margaritas encantadoras.

Show

Ze schenken prachtige margrieten. Show

Regalar

Show

Schenken Show

 Encantar (gek zijn op) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Nosotros encantamos a la abuela con la tarta de chocolate.

Show

Wij verrukten oma met de chocoladetaart. Show

Encantar

Show

Gek zijn op Show

 La tarta de chocolate: De chocoladetaart (Spaans)

Ni me gustan las flores, así como la tarta de chocolate.

Show

Ik houd niet van bloemen, net zo min als van chocoladetaart. Show

La tarta de chocolate

Show

De chocoladetaart Show

 La papelería: De kantoorboekhandel (Spaans)

La papelería ofrece bonitos regalos para elegir.

Show

De kantoorboekhandel biedt mooie cadeaus om uit te kiezen. Show

La papelería

Show

De kantoorboekhandel Show

 La tienda de regalos: De cadeauwinkel (Spaans)

¿Podría envolver el regalo en la tienda de regalos, por favor?

Show

Kunt u het cadeau in de cadeauwinkel inpakken, alstublieft? Show

La tienda de regalos

Show

De cadeauwinkel Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Imagina que es el cumpleaños de tu pareja. ¿Qué regalo le haces? (Stel je voor dat het de verjaardag van je partner is. Welk cadeau geef je hen?)
  2. ¿Qué regalos no les das? Usa las conjunciones. (Welke cadeaus geef je hen niet? Gebruik de voegwoorden.)
  3. ¿Qué regalos has recibido ya en el pasado? (Welke cadeaus heb je in het verleden al ontvangen?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Le regalo un libro a mi pareja porque le encanta leer.

Ik geef mijn partner een boek als cadeau omdat ze van lezen houdt.

Le regalo a mi pareja un ramo de flores y una planta porque le encantan las flores y las plantas.

Ik geef mijn partner een bloemenboeket en een plant omdat hij van bloemen en planten houdt.

No le regalo a mi pareja un libro ni un cuadro para su cumpleaños porque no le gusta leer y no le interesan las pinturas.

Ik geef mijn partner geen boek en ook geen schilderij voor zijn verjaardag omdat hij niet van lezen houdt en niet geïnteresseerd is in schilderijen.

Ya he recibido muchas tazas de té por mi cumpleaños. Ahora tengo demasiadas.

Ik heb al veel theekopjes voor mijn verjaardag gekregen. Nu heb ik er te veel.

Mi hermana siempre hornea una tarta de chocolate para mi cumpleaños.

Mijn zus bakt altijd een chocoladetaart voor mijn verjaardag.

...

Oefening 2: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling
1.
en | varias | flores | floristerías. | Busqué
Busqué flores en varias floristerías.
(Ik zocht bloemen bij verschillende bloemisten.)
2.
la tienda | Regalé la | de regalos. | margarita en
Regalé la margarita en la tienda de regalos.
(Ik gaf de margriet in de cadeauwinkel.)
3.
que quería. | tenían lo | las floristerías | papelerías ni | Ni las
Ni las papelerías ni las floristerías tenían lo que quería.
(Noch de kantoorboekhandels noch de bloemisten hadden wat ik wilde.)
4.
compraré una | el tulipán, | rosa. | Así como
Así como el tulipán, compraré una rosa.
(Net zoals de tulp, zal ik een roos kopen.)
5.
que el | Ni sabía | tan bonito. | ramo de | flores es
Ni sabía que el ramo de flores es tan bonito.
(Ik wist niet dat het boeket bloemen zo mooi is.)
6.
al | libro | recepcionista. | un | Vosotros | regalasteis
Vosotros regalasteis un libro al recepcionista.
(Jullie gaven een boek aan de receptionist.)
7.
regalos, por | el regalo | ¿Podría envolver | en la | favor? | tienda de
¿Podría envolver el regalo en la tienda de regalos, por favor?
(Kunt u het cadeau in de cadeauwinkel inpakken, alstublieft?)

Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

La papelería


De kantoorboekhandel

2

El ramo de flores


De bos bloemen

3

La rosa


De roos

4

La tarta de chocolate


De chocoladetaart

5

La floristería


De bloemenwinkel

Oefening 4: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

supimos, supiste, dimos, di, disteis, gustaron, gustasteis, gustamos

1.
... margaritas en la floristería.
(We gaven margrieten in de bloemisterij.)
2.
... de regalar margaritas hoy.
(Jullie vonden het leuk om margrieten cadeau te doen vandaag.)
3.
... de plantar tulipanes juntos.
(Wij vonden het leuk om samen tulpen te planten.)
4.
Les ... las rosas de la papelería.
(Zij bevielen de rozen van de kantoorboekhandel.)
5.
... que ella regaló la tarta de chocolate.
(We wisten dat zij de chocoladetaart had weggegeven.)
6.
... el tulipán a la profesora.
(Jullie gaven de tulp aan de lerares.)
7.
... el precio del ramo de flores.
(Je wist de prijs van de bos bloemen.)
8.
... la tarta de chocolate a maría.
(Geef de chocoladetaart aan María.)

Oefening 5: Las conjunciones: "Ni... Ni...", "Así Como"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

ni, regalo ni, así como, Ni sabía, Ni me gustan, Ni

1.
Gustar: ... las rosas ... las margaritas.
(Ik houd noch van rozen noch van margrieten.)
2.
Busco un regalo original ... bonito.
(Ik zoek een origineel evenals mooi cadeau.)
3.
Saber: ... el precio ... pregunté al dependiente.
(Ik wist noch de prijs noch vroeg ik het aan de verkoper.)
4.
La floristería tiene muchas flores bonitas, ... el ramo de flores que compré.
(De bloemenwinkel heeft veel mooie bloemen, evenals het bloemenboeket dat ik heb gekocht.)
5.
Ellos regalan margaritas ... tulipanes.
(Zij geven madeliefjes evenals tulpen.)
6.
... la floristería ... la tienda de regalos tienen flores frescas hoy.
(Noch de bloemist noch de cadeauwinkel heeft vandaag verse bloemen.)
7.
Vendieron tulipanes ... margaritas en oferta.
(Ze verkochten tulpen evenals margrieten in de aanbieding.)
8.
Regalar: No ... flores ... bombones
(Ik geef geen bloemen of bonbons cadeau)

Lesvoorbereiding / huiswerk

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Uitgebreide vocabulaire tabel

Kernwoordenschat (12): Werkwoorden: 3, Bijvoeglijke naamwoorden: 1, Zelfstandige naamwoorden: 6, Zinnen / woordcombinatie: 2
Contextwoordenschat: 5

Spaans Nederlands
Así como Evenals
Bonito Mooi
El ramo de flores De bos bloemen
El tulipán De tulp
Encantar Gek zijn op
La floristería De bloemenwinkel
La margarita De margriet
La papelería De kantoorboekhandel
La rosa De roos
La tarta de chocolate De chocoladetaart
La tienda de regalos De cadeauwinkel
Ni Noch
Ni me gustan Ik hou niet van
Ni sabía Hij wist het niet eens
Plantar Planten
Regalar Schenken
Regalo ni Ik geef

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Gustar bevallen

Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
yo gusté ik beviel
tú gustaste jij beviel
él/ella gustó hij beviel
nosotros/nosotras gustamos wij bevielen
vosotros/vosotras gustasteis jullie bevielen
ellos/ellas gustaron zij bevielen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Dar geven

Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
yo di ik gaf
tú diste jij gaf
él/ella dio hij/zij gaf
nosotros/nosotras dimos wij gaven
vosotros/vosotras disteis jullie gaven
ellos/ellas dieron zij gaven

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Saber weten

Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
yo supe ik wist
tú supiste jij wist
él/ella supo hij/zij wist
nosotros/nosotras supimos wij wisten
vosotros/vosotras supisteis jullie wisten
ellos/ellas supieron zij wisten

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏