Ser (zijn) - Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Ser (zijn) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ser - Vervoeging van zijn in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de verleden tijd, aantonende wijs (Pretérito indefinido, indicativo).

Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Ser (zijn) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Saludos y despedidas (Groeten en afscheid)

Vervoeging van zijn in Pretérito Indefinido

Spaans Nederlands
(yo) fui ik was
(tú) fuiste jij was
(él/ella) fue hij/zij was
(nosotros/nosotras) fuimos wij waren
(vosotros/vosotras) fuisteis jullie waren
(ellos/ellas) fueron zij waren

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Fui al zoológico con mi familia. Ik ging met mijn familie naar de dierentuin.
Fuiste a ver el león africano. Je ging naar de Afrikaanse leeuw kijken.
Fue un día increíble en el parque. Het was een geweldige dag in het park.
Fuimos a admirar las jirafas en la selva. We gingen naar de jungle om de giraffen te bewonderen.
Fuisteis a explorar el desierto africano. Jullie gingen de Afrikaanse woestijn verkennen.
Fueron a observar el águila salvaje. Ze gingen de wilde adelaar observeren.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

fui, fuiste, fue, fuimos, fuisteis, fueron

1.
... a observar el águila salvaje.
(Ze gingen de wilde adelaar observeren.)
2.
... a ver el león africano.
(Je ging naar de Afrikaanse leeuw kijken.)
3.
... a admirar las jirafas en la selva.
(We gingen naar de jungle om de giraffen te bewonderen.)
4.
... al zoológico con mi familia.
(Ik ging met mijn familie naar de dierentuin.)
5.
... un día increíble en el parque.
(Het was een geweldige dag in het park.)
6.
... a explorar el desierto africano.
(Jullie gingen de Afrikaanse woestijn verkennen.)