Ver (zien) - Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

 Ver (zien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ver - Vervoeging van zien in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de onvoltooide verleden tijd, indicatieve wijs (Pretérito imperfecto, indicativo).

Pretérito imperfecto, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Ver (zien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Días de la semana y partes del día. (Dagen van de week en dagdelen)

Vervoeging van ver in de Pretérito imperfecto

Spaans Nederlands
(yo) veía ik zag
(tú) veías jij zag
(él/ella) veía hij/zij zag
(nosotros/nosotras) veíamos wij zagen
(vosotros/vosotras) veíais jullie zagen
(ellos/ellas) veían zij zagen

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Veía el elefante en el zoo. Ik zag de olifant in de dierentuin.
Veías el león en la selva. Je zag de leeuw in de jungle.
Veía la jirafa cada mañana. Ik zag de giraf elke ochtend.
Veíamos los monos jugar alegremente. We zagen de apen vrolijk spelen.
Veíais el águila volar en el cielo. Jullie zagen de adelaar in de lucht vliegen.
Veían el tigre acercarse lentamente. Ze zagen de tijger langzaam naderen.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

veíais, veían, veías, veía, veíamos

1.
... el elefante en el zoo.
(Ik zag de olifant in de dierentuin.)
2.
... la jirafa cada mañana.
(Ik zag de giraf elke ochtend.)
3.
... el león en la selva.
(Je zag de leeuw in de jungle.)
4.
... los monos jugar alegremente.
(We zagen de apen vrolijk spelen.)
5.
... el águila volar en el cielo.
(Jullie zagen de adelaar in de lucht vliegen.)
6.
... el tigre acercarse lentamente.
(Ze zagen de tijger langzaam naderen.)