Preferir (verkiezen) - Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Preferir (verkiezen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Preferir - Vervoeging van Verkiezen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Pretérito perfecto, indicativo).

Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Preferir (verkiezen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Estaciones, meses y partes del año. (Seizoenen, maanden en delen van het jaar)

Vervoeging van verkiezen in Pretérito Perfecto

Spaans Nederlands
yo he preferido ik heb verkozen
tú has preferido jij hebt verkozen
él/ella ha preferido hij heeft verkozen
nosotros/nosotras hemos preferido wij hebben verkozen
vosotros/vosotras habéis preferido jullie hebben verkozen
ellos/ellas han preferido zij hebben verkoren

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
He preferido ir al cine el viernes. Ik heb er de voorkeur aan gegeven om vrijdag naar de bioscoop te gaan.
¿Has preferido el concierto o el espectáculo? Heb je het concert of de voorstelling verkozen?
Él ha preferido ver a la actriz en el teatro. Hij heeft er de voorkeur aan gegeven de actrice in het theater te zien.
Hemos preferido bailar en la plaza. We hebben ervoor gekozen om op het plein te dansen.
¿Habéis preferido el teatro o el baile? Jullie hebben het theater of de dans verkozen.
Ellas han preferido cantar en el concierto. Zij hebben de voorkeur gegeven aan zingen tijdens het concert.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

he preferido, han preferido, ha preferido, has preferido, habéis preferido, hemos preferido

1.
... ir al cine el viernes.
(Ik heb er de voorkeur aan gegeven om vrijdag naar de bioscoop te gaan.)
2.
¿... el concierto o el espectáculo?
(Heb je de voorkeur gegeven aan het concert of de show?)
3.
Él ... ver a la actriz en el teatro.
(Hij heeft er de voorkeur aan gegeven de actrice in het theater te zien.)
4.
... bailar en la plaza.
(We hebben ervoor gekozen om op het plein te dansen.)
5.
¿... el teatro o el baile?
(Hebben jullie de voorkeur gegeven aan het theater of de dans?)
6.
Ellas ... cantar en el concierto.
(Zij hebben de voorkeur gegeven aan zingen tijdens het concert.)