Spaans B1 module 1: Charlas y conversaciones (Kletspraat en gesprekken)
Dit is leermodule 1 van 6 van ons Spaans B1-leerplan. Elke leermodule bevat 6 tot 8 hoofdstukken.
Leerdoelen:
- Participa en conversaciones formales e informales. (Voer formele en informele gesprekken.)
- Aprende diferentes canales de comunicación. (Leer verschillende communicatiekanalen.)
- Modo subjuntivo. (Aanvoegende wijs.)
Lessen (7)
B1:1 Hablando por teléfono (Praten aan de telefoon)
Leerdoelen
- Aprende a mantener conversaciones telefónicas profesionales. (Leer professionele telefoongesprekken te voeren.)
- Hacer solicitudes corteses y expresar urgencia por teléfono. (Beleefde verzoeken doen en urgentie uiten via de telefoon.)
-
Imperativo afirmativo formal:
"usted" y "ustedes" (Imperativo afirmativo formal: "usted" en "ustedes") -
El
futuro simple : expresar probabilidad (De futuro simple: uitdrukken van waarschijnlijkheid)
B1:2 Escribir correos electrónicos y cartas (E-mails en brieven schrijven)
B1:3 ¿Qué pasan en la tele? (Wat is er op televisie?)
Leerdoelen
- Comenta los diferentes tipos de programas de televisión. (Bespreek verschillende soorten televisieprogramma's.)
- Comenta lo que viste en la televisión. (Bespreek wat je op televisie hebt gezien.)
-
Presente de subjuntivo: expresar deseos y voluntades (Presente de subjuntivo: uitdrukken van wensen en wil)
B1:4 Negociación en una conferencia (Onderhandelen op een conferentie)
Leerdoelen
- Hablar sobre conferencias de negocios o eventos de networking. (Praat over zakelijke conferenties of netwerkevenementen.)
- Preséntate profesionalmente. (Stel jezelf professioneel voor.)
- Subjuntivo presente: opiniones y recomendaciones (aanvoegende wijs tegenwoordige tijd: meningen en aanbevelingen)
B1:5 Negociaciones (Onderhandelingen)
B1:6 Injusticias y quejas (Dat is oneerlijk!)
B1:7 Debates y opiniones (Laten we debatteren!)
Leerdoelen
- Da tu opinión y participa en debates (Geef je mening en ga in discussie)
- Defiende tu postura con argumentos (Onderbouw je standpunt met argumenten)
- Verbos para expresar sentimientos con el indicativo y subjuntivo (Werkwoorden om gevoelens uit te drukken met de aanvoegende wijs en de indicatief)