Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (18) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Ver una exposición
Een tentoonstelling bezoeken
2
La calle peatonal
De voetgangersstraat
3
Mandar una postal
Een ansichtkaart sturen
4
El mercado local
De lokale markt
5
El monumento
Het monument
Ejercicio 2: Ejercicio de conversación
Instrucción:
- Describe lo que este turista en Copenhague está haciendo en las fotos. (Beschrijf wat deze toerist in Kopenhagen aan het doen is op de foto's.)
- ¿Qué podría decir la persona en cualquiera de las situaciones? (Wat zou de persoon in een van de situaties kunnen zeggen?)
- ¿Todavía envías postales de tus vacaciones? ¿A quién las envías? (Stuur je nog steeds ansichtkaarten vanaf je vakantie? Naar wie stuur je ze?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
La mujer toma un taxi. De vrouw neemt een taxi. |
Consulté las indicaciones en el mapa. Ik heb de route op de kaart opgezocht. |
¿Me puede decir cómo llegar al monumento? Kunt u mij vertellen hoe ik bij het monument kom? |
¿Tienes descuento para estudiantes? Hebt u een studenten korting? |
Uso mi teléfono para llegar al museo. Ik gebruik mijn telefoon om naar het museum te navigeren. |
¿Puedes hacerme una foto? Kun je een foto van mij maken? |
Tengo que enviar una postal a mi familia. Ik moet een ansichtkaart naar mijn familie sturen. |
... |
Oefening 3: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Esta mañana ____ visitado el centro histórico y he aprendido mucho sobre la ciudad.
(Vanmorgen ____ ik het historische centrum bezocht en veel geleerd over de stad.)2. ¿Por qué ____ perdido? ¿No has consultado el plano del metro?
(Waarom ____ je verdwaald? Heb je de metrokaart niet geraadpleegd?)3. ____ mucho por las calles peatonales para conocer mejor la ciudad cosmopolita.
(____ veel gelopen door voetgangersstraten om de kosmopolitische stad beter te leren kennen.)4. ____ un taxi porque hacía mucho calor y estábamos cansados de caminar.
(____ een taxi omdat het erg warm was en we moe waren van het lopen.)Oefening 5: Als toerist in de stad
Instructie:
Werkwoordschema's
Visitar - Bezoeken
Pretérito perfecto
- yo he visitado
- tú has visitado
- él/ella/usted ha visitado
- nosotros/nosotras hemos visitado
- vosotros/vosotras habéis visitado
- ellos/ellas/ustedes han visitado
Coger - Nemen
Pretérito perfecto
- yo he cogido
- tú has cogido
- él/ella/usted ha cogido
- nosotros/nosotras hemos cogido
- vosotros/vosotras habéis cogido
- ellos/ellas/ustedes han cogido
Perderse - Verdwalen
Pretérito perfecto
- yo me he perdido
- tú te has perdido
- él/ella/usted se ha perdido
- nosotros/nosotras nos hemos perdido
- vosotros/vosotras os habéis perdido
- ellos/ellas/ustedes se han perdido
Caminar - Wandelen
Pretérito perfecto
- yo he caminado
- tú has caminado
- él/ella/usted ha caminado
- nosotros/nosotras hemos caminado
- vosotros/vosotras habéis caminado
- ellos/ellas/ustedes han caminado
Hacer - Maken
Pretérito perfecto
- yo he hecho
- tú has hecho
- él/ella/usted ha hecho
- nosotros/nosotras hemos hecho
- vosotros/vosotras habéis hecho
- ellos/ellas/ustedes han hecho
Consultar - Raadplegen
Pretérito perfecto
- yo he consultado
- tú has consultado
- él/ella/usted ha consultado
- nosotros/nosotras hemos consultado
- vosotros/vosotras habéis consultado
- ellos/ellas/ustedes han consultado
Oefening 6: La diferencia entre "Por qué" y "Porque"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Het verschil tussen "Por qué" en "Porque"
Toon vertaling Toon antwoordenpor qué, Por qué, porque
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Visitar bezoeken Delen Gekopieerd!
Pretérito perfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) he visitado | ik heb bezocht |
(tú) has visitado | jij hebt bezocht |
(él/ella) ha visitado | hij/zij heeft bezocht |
(nosotros/nosotras) hemos visitado | wij hebben bezocht |
(vosotros/vosotras) habéis visitado | jullie hebben bezocht |
(ellos/ellas) han visitado | zij hebben bezocht |
Perderse zich verliezen Delen Gekopieerd!
Pretérito perfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) me he perdido | ik ben verdwaald |
(tú) te has perdido | jij bent verdwaald |
(él/ella) se ha perdido | hij/zij is zich verloren |
(nosotros/nosotras) nos hemos perdido | wij hebben ons verloren |
(vosotros/vosotras) os habéis perdido | jullie zijn verdwaald |
(ellos/ellas) se han perdido | zij zijn zich verloren |
Caminar lopen Delen Gekopieerd!
Pretérito perfecto
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) he caminado | ik heb gelopen |
(tú) has caminado | jij hebt gelopen |
(él/ella) ha caminado | hij/zij heeft gelopen |
(nosotros/nosotras) hemos caminado | wij hebben gelopen |
(vosotros/vosotras) habéis caminado | jullie hebben gelopen |
(ellos/ellas) han caminado | zij hebben gelopen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.