Visitar (bezoeken) - Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Visitar (bezoeken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Visitar - Vervoeging van Bezoeken in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, indicatieve wijs (Pretérito perfecto, indicativo).

Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Visitar (bezoeken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Planes de vacaciones (Vakantieplannen)

Vervoeging van bezoeken in Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
(yo) he visitado ik heb bezocht
(tú) has visitado jij hebt bezocht
(él/ella) ha visitado hij/zij heeft bezocht
(nosotros/nosotras) hemos visitado wij hebben bezocht
(vosotros/vosotras) habéis visitado jullie hebben bezocht
(ellos/ellas) han visitado zij hebben bezocht

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
He visitado la plaza mayor esta mañana. Ik heb vanmorgen het grote plein bezocht.
Has visitado el monumento en el centro. Je hebt het monument in het centrum bezocht.
Ha visitado la exposición en la oficina de turismo. Hij heeft de tentoonstelling in het VVV-kantoor bezocht.
Hemos visitado varias calles peatonales bonitas. We hebben verschillende mooie voetgangersstraten bezocht.
Habéis visitado la oficina para consultar un mapa. Jullie hebben het kantoor bezocht om een plattegrond te raadplegen.
Han visitado muchos lugares turísticos en la ciudad. Ze hebben veel toeristische plaatsen in de stad bezocht.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

he visitado, has visitado, ha visitado, hemos visitado, habéis visitado, han visitado

1.
... muchos lugares turísticos en la ciudad.
(Ze hebben veel toeristische plaatsen in de stad bezocht.)
2.
... la plaza mayor esta mañana.
(Ik heb vanmorgen het grote plein bezocht.)
3.
... varias calles peatonales bonitas.
(We hebben verschillende mooie voetgangersstraten bezocht.)
4.
... el monumento en el centro.
(Je hebt het monument in het centrum bezocht.)
5.
... la oficina para consultar un mapa.
(Jullie hebben het kantoor bezocht om een plattegrond te raadplegen.)
6.
... la exposición en la oficina de turismo.
(Hij heeft de tentoonstelling in het VVV-kantoor bezocht.)