A2.37: Op zoek naar een baan

Buscando trabajo

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

Woordenschat (13)

 Enviar (verzenden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Enviar

Show

Verzenden Show

 Aplicar (toepassen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Aplicar

Show

Toepassen Show

 Contestar (antwoorden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Contestar

Show

Antwoorden Show

 Tener experiencia en: Ervaring hebben in (Spaans)

Tener experiencia en

Show

Ervaring hebben in Show

 El currículum: Het curriculum vitae (Spaans)

El currículum

Show

Het curriculum vitae Show

 El diploma: Het diploma (Spaans)

El diploma

Show

Het diploma Show

 El certificado: Het certificaat (Spaans)

El certificado

Show

Het certificaat Show

 El puesto de trabajo: De baan (Spaans)

El puesto de trabajo

Show

De baan Show

 El perfil: Het profiel (Spaans)

El perfil

Show

Het profiel Show

 La carta de presentación: De sollicitatiebrief (Spaans)

La carta de presentación

Show

De sollicitatiebrief Show

 Puntual: Stipt (Spaans)

Puntual

Show

Stipt Show

 Organizado: Georganiseerd (Spaans)

Organizado

Show

Georganiseerd Show

 Seleccionado: Geselecteerd (Spaans)

Seleccionado

Show

Geselecteerd Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gespreksoefening

Instructie:

  1. ¿Cuánto tiempo tardaste en encontrar trabajo la última vez? (Hoe lang moest je de laatste keer naar een baan zoeken?)
  2. ¿Qué es importante al postularse? (Wat is belangrijk bij het solliciteren?)
  3. ¿Cómo es tu currículum? (Hoe ziet je cv eruit?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Busqué trabajo durante tres meses. Fue un poco difícil, pero encontré uno bueno.

Ik heb drie maanden lang naar een baan gezocht. Het was een beetje moeilijk, maar ik heb een goede gevonden.

Encontré trabajo después de un mes. Usé sitios web y envié muchos CVs.

Ik vond een baan na één maand. Ik gebruikte websites en verstuurde veel cv's.

Es muy importante enviar tu CV y carta de presentación por correo electrónico.

Het is erg belangrijk om je cv en sollicitatiebrief via e-mail te versturen.

Es bueno decir que ya tienes experiencia en el puesto de trabajo al que estás postulando.

Het is goed om te zeggen dat je al ervaring hebt in de functie waarop je solliciteert.

Mi currículum es simple y corto. Escribí mis habilidades y mi último trabajo.

Mijn cv is simpel en kort. Ik heb mijn vaardigheden en laatste baan opgeschreven.

Mi CV tiene mi foto, mis datos de contacto y mi historial laboral.

Mijn cv bevat mijn foto, mijn contactgegevens en mijn werkgeschiedenis.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Envía el currículum antes del viernes. (Stuur het cv voor vrijdag op.)
Contesta el correo con todos los detalles. (Beantwoord de e-mail met alle details.)
Aplica a los puestos que mejor se ajustan a tu perfil. (Solliciteer op de functies die het beste bij je profiel passen.)
Dime si tienes experiencia en atención al cliente. (Vertel me of je ervaring hebt met klantenservice.)

Oefening 4: Clusteren van woorden

Instructie: Classificeer de woorden in twee categorieën, afhankelijk van of ze worden gebruikt om je cv op te stellen of om naar een baan te zoeken en te solliciteren.

Palabras para preparar tu currículum

Palabras para buscar y solicitar empleo

Oefening 5: El imperativo con pronombres: directos, indirectos y combinados

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: De gebiedende wijs met voornaamwoorden: direct, indirect en gecombineerd

Toon vertaling Toon antwoorden

Imprímela, Dínoslo, Envíala, Mándamelos, Dímelo, Muéstranos, Entrégaselas, Léelo

1. Leer: Pronombre directo (el documento):
... antes de enviarlo.
(Lees het voordat je het verstuurt.)
2. Enviar: Pronombre directo (la carta):
... al correo del jefe.
(Stuur het naar de e-mail van de baas.)
3. Mandar: Pronombre combinado (a mí + los documentos):
... esta tarde.
(Stuur ze me vanmiddag.)
4. Imprimir: Pronombre directo (la hoja):
... antes de salir.
(Print het voordat je vertrekt.)
5. Mostrar: Pronombre indirecto (a nosotros):
... la carta de presentación final.
(Laat ons de definitieve sollicitatiebrief zien.)
6. Decir: Pronombre combinado (a mí + el secreto):
... cuanto antes.
(Zeg het me zo snel mogelijk.)
7. Entregar: Pronombre combinado (a ellos + las cartas):
... al final de la clase.
(Geef ze aan het einde van de les.)
8. Decir: Pronombre combinado (a nosotros + el plan):
... después de la reunión.
(Vertel ons erna de vergadering.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.37.4 Gramática

El imperativo con pronombres: directos, indirectos y combinados

De gebiedende wijs met voornaamwoorden: direct, indirect en gecombineerd


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Ser zijn

Imperativo

Spaans Nederlands
Sé! Hij wees!
Sea! wij zijn
Seamos! jullie zijn
Sed! zij zijn
Sean! wees

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Trabajar werken

Imperativo

Spaans Nederlands
werk
¡Trabaja! werk!
¡Trabaje! Werk!
¡Trabajemos! Laten we werken
¡Trabajad! Zij moeten werken

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Decir zeggen

Imperativo

Spaans Nederlands
Di! Zeg
Diga! Zeggen!
Digamos! Laten we zeggen
Decid! zeg
Digan! Zij zeggen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏