Electrodomésticos
Leerdoelen:
- Electrodomésticos (Huishoudelijke apparaten)
- Aparatos eléctricos (Elektrische apparaten)
- Los verbos irregulares en la primera persona del presente (De onregelmatige werkwoorden in de eerste persoon tegenwoordige tijd)
-
La Mesa Camilla y El Brasero (La Mesa Camilla y El Brasero)
Leermodule 5 (A1): En casa (Thuis)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Kernwoordenschat (16)
Tengo que calentar la comida en el microondas.
(Ik moet het eten in de magnetron opwarmen.)
El microondas
(De magnetron)
Enciende el horno para calentar la comida.
(Doe de oven aan om het eten op te warmen.)
El horno
(De oven)
Voy a poner los platos sucios en el lavaplatos.
(Ik ga de vuile borden in de vaatwasser zetten.)
El lavaplatos
(De vaatwasser)
Yo enciendo la aspiradora para limpiar el suelo.
(Ik zet de stofzuiger aan om de vloer schoon te maken.)
La aspiradora
(De stofzuiger)
Yo siempre uso la plancha para mis camisas.
(Ik gebruik altijd het strijkijzer voor mijn overhemden.)
La plancha
(Het strijkijzer)
Voy a encender el radiador porque hace frío en la habitación.
(Ik ga de radiator aanzetten omdat het koud is in de kamer.)
El radiador
(De radiator)
Nosotros encendemos las luces del árbol de Navidad.
(Wij doen de lichten van de kerstboom aan.)
Encender
(Aanzetten)
Vosotros apagáis la computadora después de usarla.
(Jullie zetten de computer uit na het gebruik ervan.)
Apagar
(Uitzetten)
Woordenlijst (29)
Kernwoordenschat
(16):
Werkwoorden: 7,
Zelfstandige naamwoorden: 9,
Contextwoordenschat:
13
Spaans | Nederlands |
---|---|
Apagar | Uitzetten |
Brasero | Stoof |
Calentar | Verwarmen |
Calor | Warmte |
Digo | Ik zeg |
Doy | Ik geef |
El frigorífico | De koelkast |
El horno | De oven |
El lavaplatos | De vaatwasser |
El microondas | De magnetron |
El radiador | De radiator |
Electrodomésticos | Huishoudelijke apparaten |
Encender | Aanzetten |
La aspiradora | De stofzuiger |
La lavadora | De wasmachine |
La plancha | Het strijkijzer |
La secadora | De droger |
Mesa camilla | Tafel met ingebouwd verwarmingselement |
Poner | Zetten |
Ponerlas | Ze neerzetten |
Pones | Waar leg jij |
Radiadores | Radiatoren |
Se calientan | Ze warmen zich op |
Secar | Drogen |
Tender | Ophangen |
Traemos | Wij brengen |
Traer | Brengen |
Traes | Breng je |
Traigo | Ik breng |