Cocina
Leerdoelen:
- Ingredientes básicos para cocinar (Basis ingrediënten voor koken)
- Expresando obligaciones (Verplichtingen uitdrukken)
-
Obligaciones -
"hay que, tener que, deber" (Verplichtingen - "hay que, tener que, deber") - Las tapas españolas (De Spaanse tapas)
Leermodule 3 (A1): Día a día (Dag tot dag)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Kernwoordenschat (13)
Para hacer pan casero, hay que usar la harina.
(Om zelfgebakken brood te maken, moet je bloem gebruiken.)
La harina
(De bloem)
Hay que comprar el aceite para cocinar la receta casera.
(We moeten olie kopen om het huisgemaakte recept te bereiden.)
El aceite
(De olie)
Para hacer esta receta casera, hay que usar la mantequilla.
(Om dit zelfgemaakte recept te maken, moet je boter gebruiken.)
La mantequilla
(De boter)
Para cocinar hay que usar la nata fresca.
(Om te koken moet je verse room gebruiken.)
La nata
(De room)
Hay que añadir el azúcar a la receta.
(De suiker moet aan het recept worden toegevoegd.)
El azúcar
(De suiker)
Hay que cortar la cebolla para la receta.
(De ui moet gesneden worden voor het recept.)
La cebolla
(De ui)
Para hacer esta receta casera, hay que añadir el ajo y la cebolla.
(Om dit zelfgemaakte recept te maken, moet je de knoflook en de ui toevoegen.)
El ajo
(De knoflook)
Debes lavar muy bien el tomate antes de cortarlo.
(Je moet de tomaat heel goed wassen voordat je hem snijdt.)
El tomate
(De tomaat)
Hay que añadir el ingrediente a la receta.
(Je moet het ingrediënt aan het recept toevoegen.)
Los ingredientes
(De ingrediënten)
Hay que mezclar los ingredientes con el aceite casero.
(Je moet de ingrediënten mengen met de zelfgemaakte olie.)
Casero
(Huisgemaakt)
Para hacer la receta, hay que tener todos los ingredientes.
(Om het recept te maken, moet je alle ingrediënten hebben.)
La receta
(Het recept)
Woordenlijst (18)
Kernwoordenschat
(13):
Werkwoorden: 2,
Bijvoeglijke naamwoorden: 1,
Zelfstandige naamwoorden: 10,
Contextwoordenschat:
5
Spaans | Nederlands |
---|---|
Casera | Huisgemaakte |
Casero | Huisgemaakt |
Cocinar | Koken |
El aceite | De olie |
El ajo | De knoflook |
El azúcar | De suiker |
El tomate | De tomaat |
Gazpacho | Gazpacho |
La cebolla | De ui |
La harina | De bloem |
La mantequilla | De boter |
La nata | De room |
La receta | Het recept |
Los ingredientes | De ingrediënten |
Mezclar | Mengen |
Pulpo | Octopus |
Tapas | Tapas |
Tomates | Tomaten |