Rutinas diarias
Leerdoelen:
- Hablar sobre la rutina diaria (Bespreek de dagelijkse routine)
- Actividades diarias (Dagelijkse activiteiten)
- Verbos y pronombres reflexivos (Reflexieve werkwoorden en voornaamwoorden)
- Rutina diaria tradicional española (Traditionele dagelijkse routine in Spanje)
Leermodule 3 (A1): Día a día (Dag tot dag)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Oefeningen
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
Ontbijten , Zich kammen , Zich wassen , Opstaan , Slapen , Avondeten
Antwoorden
Score: 0/6
Levantarse | (Opstaan) |
Peinarse | (Zich kammen) |
Desayunar | (Ontbijten) |
Dormir | (Slapen) |
Lavarse | (Zich wassen) |
Cenar | (Avondeten) |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
Lavarse
|
(Zich wassen) |
2.
Peinarse
|
(Zich kammen) |
3.
Levantarse
|
(Opstaan) |
4.
Despertarse
|
(Zich wakker maken) |
5.
Acostarse
|
(Zich neerleggen) |
6.
Dormir
|
(Slapen) |
7.
Vestirse
|
(Zich aankleden) |
8.
Cenar
|
(Avondeten) |
Oefening 4: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 5: Conjugación verbal
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingLevantarse (Presente, indicativo), Lavarse (Presente, indicativo)
1. Él ... antes de que salga el sol.
2. Ellos ... para ir al gimnasio.
3. Nosotros ... los pies después de caminar.
4. Ellos ... el cuerpo los fines de semana.
5. Yo ... los dientes todas las mañanas.
6. Vosotros ... muy tarde los domingos.
7. Yo ... temprano todos los días.
8. Tú ... las manos antes de comer.
Oefening 6: Reflexieve werkwoorden en voornaamwoorden
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingme peino, se levantan, te vistes, os laváis, te levantas, me lavo, nos levantamos, nos duchamos, se lava, se acuestan
1. Yo ... las manos.
2. Vosotros ... la cara.
3. Ellos ... a las diez de la noche.
4. Nosotros ... pronto.
5. Yo ... el pelo todas las mañanas.
6. Tú ... a las seis.
7. Nosotros ... después de hacer ejercicio.
8. Tú ... con ropa cómoda.
9. Ellos ... muy pronto por la mañana.
10. Él ... los dientes.
Oefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden