10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.12: Rangtelwoorden

Números ordinales

A1.12: Rangtelwoorden

Leerdoelen:

  • Aprende los números ordinales. (Leer de rangtelwoorden.)
  • Los números ordinales (De rangtelwoorden)

Leermodule 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten

Werkwoordvervoegingstabellen

Recordar (herinneren)

Oefeningen en voorbeeldzinnen

  • yo recuerdo ik herinner
  • tú recuerdas jij herinnert
  • él/ella recuerda hij herinnert
  • nosotros/nosotras recordamos wij herinneren
  • vosotros/vosotras recordáis jullie herinneren
  • ellos/ellas recuerdan zij herinneren

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

Recordar (Presente, indicativo)

1. Yo ... aquella fiesta muy bien.

Yo recuerdo aquella fiesta muy bien.
(Ik herinner me dat feest heel goed.)

2. Tú ... de la respuesta correcta, ¿verdad?

Tú recuerdas de la respuesta correcta, ¿verdad?
(Jij herinnert je het juiste antwoord, toch?)

3. Él ... su infancia en el campo.

Él recuerda su infancia en el campo.
(Hij herinnert zich zijn jeugd op het platteland.)

4. Ellos ... los viejos tiempos.

Ellos recuerdan los viejos tiempos.
(Zij herinneren zich de oude tijden.)

5. Vosotros ... vuestras primeras vacaciones.

Vosotros recordáis vuestras primeras vacaciones.
(Jullie herinneren jullie eerste vakantie.)

6. Nosotros ... todos los detalles del plan.

Nosotros recordamos todos los detalles del plan.
(Wij herinneren ons alle details van het plan.)