Recordar (herinneren) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Recordar (herinneren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Recordar - Vervoeging van herinneren in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Recordar (herinneren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Números ordinales (Rangtelwoorden)

Vervoeging van herinneren in de tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
yo recuerdo ik herinner
tú recuerdas jij herinnert
él/ella recuerda hij herinnert
nosotros/nosotras recordamos wij herinneren
vosotros/vosotras recordáis jullie herinneren
ellos/ellas recuerdan zij herinneren

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
Yo recuerdo aquella fiesta muy bien. Ik herinner me dat feest heel goed.
Tú recuerdas de la respuesta correcta, ¿verdad? Jij herinnert je het juiste antwoord, toch?
Él recuerda su infancia en el campo. Hij herinnert zich zijn jeugd op het platteland.
Nosotros recordamos todos los detalles del plan. Wij herinneren ons alle details van het plan.
Vosotros recordáis vuestras primeras vacaciones. Jullie herinneren jullie eerste vakantie.
Ellos recuerdan los viejos tiempos. Zij herinneren zich de oude tijden.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

recuerdo, recordáis, recuerdas, recordamos, recuerda, recuerdan

1.
Yo ... aquella fiesta muy bien.
(Ik herinner me dat feest heel goed.)
2.
Tú ... de la respuesta correcta, ¿verdad?
(Jij herinnert je het juiste antwoord, toch?)
3.
Él ... su infancia en el campo.
(Hij herinnert zich zijn jeugd op het platteland.)
4.
Ellos ... los viejos tiempos.
(Zij herinneren zich de oude tijden.)
5.
Vosotros ... vuestras primeras vacaciones.
(Jullie herinneren jullie eerste vakantie.)
6.
Nosotros ... todos los detalles del plan.
(Wij herinneren ons alle details van het plan.)