10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.1: Groeten en afscheid

Saludos y Despedidas

A1.1: Groeten en afscheid

Leerdoelen:

  • Saludos básicos y despedidas. (Basisbegroetingen en afscheidsgroeten.)
  • Los pronombres personales (de sujeto) (De persoonlijke voornaamwoorden (onderwerp))
  • Saludos - informales y formales (Groeten - informeel en formeel)

Leermodule 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten

Werkwoordvervoegingstabellen

Ser (zijn)

Oefeningen en voorbeeldzinnen

  • yo soy ik ben
  • tú eres jij bent
  • él/ella es hij is
  • nosotros/nosotras somos wij zijn
  • vosotros/vosotras sois jullie zijn
  • ellos/ellas son zij zijn

Estar (zijn)

Oefeningen en voorbeeldzinnen

  • yo estoy ik ben
  • tú estás jij bent
  • él/ella está hij is
  • nosotros/nosotras estamos wij zijn
  • vosotros/vosotras estáis jullie zijn
  • ellos/ellas están zij zijn

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

Estar (Presente, indicativo), Ser (Presente, indicativo)

1. Vosotros ... estudiantes.

Vosotros sois estudiantes.
(Jullie zijn studenten.)

2. Él ... mi amigo.

Él es mi amigo.
(Hij is mijn vriend.)

3. Ellos ... de vacaciones.

Ellos están de vacaciones.
(Zij zijn op vakantie.)

4. Nosotros ... felices.

Nosotros somos felices.
(Wij zijn gelukkig.)

5. Ellos ... doctores.

Ellos son doctores.
(Zij zijn dokters.)

6. Tú ... muy cansado.

Tú estás muy cansado.
(Jij bent erg moe.)

7. Yo ... profesor.

Yo soy profesor.
(Ik ben een leraar.)

8. Vosotros ... en casa.

Vosotros estáis en casa.
(Jullie zijn thuis.)

9. Nosotros ... listos.

Nosotros estamos listos.
(Wij zijn klaar.)

10. Él ...? en la oficina.

Él está en la oficina.
(Hij is op kantoor.)