B1.36: Ouders worden

Convertirse en padres

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

Woordenschat (11)

 Adoptar (adopteren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Adoptar

Show

Adopteren Show

 Obedecer (gehoorzamen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Obedecer

Show

Gehoorzamen Show

 La pareja de hecho: Het geregistreerd partnerschap (Spaans)

La pareja de hecho

Show

Het geregistreerd partnerschap Show

 Masculino: Mannelijk (Spaans)

Masculino

Show

Mannelijk Show

 Femenino: vrouwelijk (Spaans)

Femenino

Show

Vrouwelijk Show

 El recién nacido: De pasgeborene (Spaans)

El recién nacido

Show

De pasgeborene Show

 El niño adoptado: Het geadopteerde kind (Spaans)

El niño adoptado

Show

Het geadopteerde kind Show

 Educar (onderwijzen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Educar

Show

Onderwijzen Show

 El padre soltero: De alleenstaande vader (Spaans)

El padre soltero

Show

De alleenstaande vader Show

 El matrimonio: Het huwelijk (Spaans)

El matrimonio

Show

Het huwelijk Show

 Evolucionar (evolueren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Evolucionar

Show

Evolueren Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Verbos "estar" y "ser" : usos avanzados

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Werkwoorden "estar" en "ser": geavanceerd gebruik

Toon vertaling Toon antwoorden

Están, Estoy, Es, Estás, Estamos, Sois, Eres, Estáis

1. Ser (él/ella/usted):
... un padre soltero que educa a su hijo con mucho esfuerzo.
(Hij is een alleenstaande vader die zijn zoon met veel moeite opvoedt.)
2. Ser (tú):
... una persona comprensiva con los niños adoptados.
(Je bent een begripvol persoon tegenover geadopteerde kinderen.)
3. Estar (yo):
... feliz porque adopté a un recién nacido.
(Ik ben blij omdat ik een pasgeborene heb geadopteerd.)
4. Estar (tú):
... orgulloso de haber formado una familia con niños adoptados.
(Je bent trots dat je een gezin hebt gevormd met geadopteerde kinderen.)
5. Ser (vosotros/-as):
... una pareja que siempre ayuda a los niños en situaciones complicadas.
(Wees een stel dat altijd kinderen helpt in moeilijke situaties.)
6. Estar (ellos/-as/ustedes):
... cansados después de educar a tres niños adoptados.
(Ze zijn moe na het opvoeden van drie geadopteerde kinderen.)
7. Estar (vosotros/-as):
... felices porque habéis adoptado a un niño recién nacido.
(Jullie zijn gelukkig omdat jullie een pasgeboren kind hebben geadopteerd.)
8. Estar (nosotros/-as):
... emocionados porque seremos pareja de hecho muy pronto.
(We zijn enthousiast omdat we binnenkort een geregistreerd partnerschap zullen aangaan.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

B1.36.3 Gramática

Verbos "estar" y "ser" : usos avanzados

Werkwoorden "estar" en "ser": geavanceerd gebruik


Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏