Gastronomía
Leerdoelen:
- Aprende sobre vocabulario de gastronomía (Leer over gastronomische woordenschat)
- Aprende platos famosos que se piden en un bar (Leer beroemde gerechten die je aan de bar bestelt)
-
El condicional simple : expresar consecuencias de situaciones hipotéticas (El condicional simple: gevolgen van hypothetische situaties uitdrukken) -
La tortilla de patata : ¿qué tiene de especial? (La tortilla de patata: wat is er zo speciaal aan?)
Leermodule 6 (A2): Estilo de vida (Levensstijl)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Kernwoordenschat (10)
Probablemente, seguiría probando las tapas hasta estar lleno.
(Waarschijnlijk zou hij doorgaan met het proberen van de tapas totdat hij vol was.)
Las tapas
(De tapas)
Si hiciera buen tiempo, saldríamos a probar las patatas bravas en la terraza.
(Als het mooi weer was, zouden we naar buiten gaan om de patatas bravas op het terras te proberen.)
Las patatas bravas
(De patatas bravas)
Si probaras las patatas fritas, no podrías parar de comerlas porque son deliciosas.
(Als je de frietjes zou proberen, zou je niet kunnen stoppen met eten omdat ze heerlijk zijn.)
Las patatas fritas
(De frietjes)
Si comprara las tapas, también pediría la ración de croquetas para probar.
(Als ik de tapas zou kopen, zou ik ook de portie kroketten bestellen om te proberen.)
La ración
(De portie)
Si pruebo todas las tapas, probablemente estaré lleno antes de terminar la ración de croquetas.
(Als ik alle tapas proef, ben ik waarschijnlijk vol voordat ik klaar ben met de portie kroketten.)
Estar lleno
(Vol zitten)
Si probaras la croqueta, estarías igual de satisfecho que después de una buena clase de cocina.
(Als je de kroket zou proeven, zou je net zo tevreden zijn als na een goede kookles.)
Las croquetas
(De kroketten)
Si probara el jamón, probablemente diría que es muy delicioso.
(Als ik de ham zou proeven, zou ik waarschijnlijk zeggen dat het erg lekker is.)
El jamón
(De ham)
Woordenlijst (16)
Kernwoordenschat
(10):
Werkwoorden: 1,
Tussenwerpsel: 1,
Zelfstandige naamwoorden: 8,
Contextwoordenschat:
6
Spaans | Nederlands |
---|---|
Deliciosa | Heerlijk |
El jamón | De ham |
El pincho | De pincho |
Estar lleno | Vol zitten |
Están llenos | Ze zitten vol |
La ración | De portie |
La tortilla | De tortilla |
Las croquetas | De kroketten |
Las patatas bravas | De patatas bravas |
Las patatas fritas | De frietjes |
Las tapas | De tapas |
Pinchos | Hapjes |
Probar | Proberen |
Probaríamos | Zouden wij proeven |
Tapa | Tapa |
Tortilla de patata | Aardappelomelet |